Kun je iets doen aan prikkelbare darmen?

Je kent het misschien wel: gedoe in je buik. De ene dag meer dan de andere, maar met periodes ontzettend aanwezig. Zo erg zelfs dat het je leven behoorlijk in de weg zit. Je bent er al verschillende keren mee bij de huisarts bent geweest. Die heeft van alles onderzocht en je gerust gesteld. Er is niets ernstigs aan de hand in je buik, je hebt ‘gewoon’ prikkelbare darmen. Tja, en daar moet je het dan mee doen.

Hoe vaak ik dit niet hoor in mijn praktijk….. 

Prikkelbare darmen en dan….?

De diagnose prikkelbare darm (of spastische darm) stelt enigszins gerust, want het is niets ernstigs en dus ga je zo goed en zo kwaad als het gaat verder met je leven. En die buik, die neem je er maar bij. Ik weet precies hoe dat is, want jaren geleden kreeg ik van mijn huisarts diezelfde diagnose. Er was niets aan te doen, kreeg ik te horen. Dus ja, dan doe ik het er maar mee dacht ik. 

Inmiddels ben ik jaren verder, heb ik een hele berg bijgeleerd over hoe het lichaam werkt en hoe je dat kunt beïnvloeden met voeding en leefstijl en ben ik het allang niet meer met mijn huisarts eens. Aan prikkelbare darmen is wel degelijk iets te doen. Sterker nog, ik zie het meer dan regelmatig verdwijnen als je ermee aan de slag gaat. Ook bij mij is de klacht al jaren geleden verdwenen en ik heb haar niet meer teruggezien.

Wat is prikkelbaredarmsyndroom?

Bij de term prikkelbare darmen kunnen we ons allemaal wel iets voorstellen en zeker als je er last van hebt, dan weet je meteen wat met de term bedoeld wordt. Maar wat is het nu precies?

Het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) is een verzamelnaam voor allerlei buikklachten die niet veroorzaakt worden door andere aandoeningen. Lekker mistig toch? Het is een soort ‘restdiagnose’ als al het andere is uitgesloten.

Bij het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) heb je – de ene periode meer en de andere minder – last van een of meer van de volgende klachten:

  • buikpijn of buikkrampen
  • opgeblazen gevoel en een gezwollen buik
  • diarree en/of constipatie (of afwisselend het ene en dan het andere)
  • gedoe met de ontlasting (maar ontlasten lucht vaak wel op)
  • meer klachten nadat je gegeten hebt
  • een algeheel gevoel van lusteloosheid en niet lekker in je vel zitten

Vaak zijn er ook nog andere klachten in de spijsvertering of in de blaas. Ook chronische pijn en stemmingsklachten komen vaak voor bij mensen met PDS. Dus hoewel de diagnose een beetje mistig is, is het syndroom en de klachten die daarbij horen dat zeker niet.

Oorzaken van het prikkelbaredarmsyndroom

Bij PDS spelen een hele hoop onderliggende oorzaken een rol. Het is dan ook vaak even zoeken welke oorzaak bij jou het meest speelt. In mijn praktijk komen de volgende oorzaken het meeste voor:

  • verstoorde darmflora,
  • lekke darm,
  • darminfecties (bijvoorbeeld een parasiet),
  • een slechte spijsvertering,
  • voedingsintoleranties en
  • een verstoord stresssysteem.

Ook schommelingen in je hormoonhuishouding kunnen PDS-klachten verergeren.

Dit zijn dus allemaal aanknopingspunten om mee aan de slag te gaan. Het zijn ook stuk voor stuk dingen die goed reageren op veranderingen in je voeding en leefstijl. Er is dus van alles te doen om te zien of je daarmee van je PDS-klachten afkomt. 

Weer lekker in je vel zonder darmklachten

Wil jij wel af van jouw darmklachten? Maar weet je niet waar te beginnen? Download dan mijn gratis e-boek Lekker in je vel zonder darmklachten. Daarmee kun je een start maken, op weg naar een leven zonder darmgedoe.

Je kunt het e-boek hier downloaden: https://www.vanappeltotzeekraal.nl/lekker-in-je-vel-zonder-darmklachten/

Disclaimer: De inhoud van deze blogpost geeft mijn persoonlijke visie op een gezonde leefstijl weer en is uitdrukkelijk niet bedoeld als individueel advies aan jou als lezer noch als vervanging van begeleiding door een therapeut of arts. Het veranderen van je voedingspatroon of leefstijl vraagt namelijk om deskundige begeleiding, zeker als je gezondheidsklachten hebt of in verwachting bent. Neem bij gezondheidsklachten of zwangerschap daarom altijd contact op met je huisarts en/of vind een deskundig therapeut, arts of diëtist om je te begeleiden bij veranderingen in je eetpatroon. De lezer wordt ook gewezen op de van toepassing zijnde algemene disclaimer die hier te lezen is.

Hoe vaak per week moet je vis eten?

Vis is voor mij een van de belangrijkste voedingsmiddelen die je op je bord kunt leggen. De rol van het eten van vis op je gezondheid is zo groot, dat ik mijn klanten dan ook standaard vraag hoe vaak ze vis eten per week en welke vis er dan op hun bord komt. De meeste van mijn klanten eten echter nauwelijks vis of hooguit 1 keer per week een stukje kibbeling of zo. Tja, dan is er werk aan de winkel, zeker als er sprake is van allerlei klachten die er al jaren zijn en die maar niet over gaan. Vis speelt namelijk een belangrijke rol in het functioneren van je lijf.

Vis is een goede bron van eiwitten

Verreweg de belangrijkste bouw- en herstelstoffen in ons lichaam zijn afkomstig van eiwitten. Eiwitten vind je in vlees, gevogelte, eieren, vis, noten, zaden, peulvruchten en granen. Niet alle eiwitten zijn gelijkwaardig voor je lijf. Zo bevatten plantaardige eiwitten vaak niet alle bouwstoffen die je nodig hebt en zijn ze lang niet zo goed te verteren voor je als dierlijke eiwitten. Maar ook binnen de dierlijke eiwitten geldt dat er verschil is in hoe moeilijk of makkelijk je ze verteren kunt. 

Vis is een bron van dierlijke eiwitten die over het algemeen licht te verteren is en dat is belangrijk. Want je hebt alleen maar iets aan voeding die daadwerkelijk verteert. Voeding die je niet goed hebt kunnen verteren, komt terug in het toilet in de vorm van dure poep. Je hebt er niks aan.

Vis bevat vetten die goed zijn voor je gezondheid

Naast eiwitten heeft je lichaam ook gezonde vetten nodig. Een van die gezonde vetten zijn de omega-3-vetzuren, in de volksmond ook wel visvetzuren genoemd. En daar is een reden voor: deze vetzuren kom je vooral tegen in vis, hoewel ze ook aanwezig zijn in algen (zeewier), walnoten en biologische eieren.

Omega-3-vetzuren zijn heel belangrijk voor je omdat ze je immuunsysteem reguleren. Ze zorgen ervoor dat je immuunsysteem, nadat het in actie is gekomen, ook weer op tijd stopt en tot rust komt. En dat is super belangrijk. Veel chronische klachten zijn verbonden aan een immuunsysteem dat op de achtergrond actief blijft. Dit kost ontzettend veel energie en kan een van de redenen zijn dat iemand klachten blijft houden, moe blijft en zich niet fit voelt.

Niet alle vis is gelijk

In alle vis zitten eiwitten. De hoeveelheid eiwitten verschilt nog wel per vis, maar met vis krijg je wel alle benodigde bouw- en herstelstoffen binnen. In alle vis zitten ook vetten, alleen niet in alle vissen evenveel en van de juiste soort. 

Ik hoop dat je snapt dat in magere vissoorten, zoals witte vis, minder vetten zitten dan in de vette vissoorten, zoals makreel en haring. Dus als je meer vis gaat eten, eet dan meer vette vis. Dan krijg je én de eiwitten binnen én de juiste vetten.

Maar binnen die vette vis moet je ook nog even goed opletten. Zalm is bijvoorbeeld ook een vette vis, maar de meeste zalm die je bij de supermarkt of visboer koopt is kweekzalm. Deze zalm bevat over het algemeen veel minder omega-3-vetzuren en meer omega-6-vetzuren. Die laatste vetzuren activeren je immuunsysteem juist en dat is nu net niet de bedoeling. Dus als je zalm eet, kies dan voor wilde zalm.

Hoeveel vis moet je per week eten?

Moet je dan nu alle dagen vis eten? Waarschijnlijk niet, hoewel ik het bij sommige aandoeningen wel adviseer. Een goed startpunt is om in ieder geval 2 keer per week een flinke portie vette vis te eten, zoals haring, sardines, ansjovis, makreel, wilde zalm en paling. 

Daarnaast is het ook belangrijk om regelmatig (minimaal 1 keer per week) witte vis of schaal-en schelpdieren te eten. Die zijn weliswaar mager, maar bevat wel een goede hoeveelheid jodium. Jodium is belangrijk voor de werking van je schildklier. En zo kom je dus op 3 keer vis eten per week uit.

Zelf ben ik een echte viseter geworden en vind ik nagenoeg alle voeding uit de zee inmiddels heerlijk. Wat denk je bijvoorbeeld van hele vis uit de oven, lekker wat groenten ernaast en klaar. Of andijviesalade met nectarines en haring?

Disclaimer: De inhoud van deze blogpost geeft mijn persoonlijke visie op een gezonde leefstijl weer en is uitdrukkelijk niet bedoeld als individueel advies aan jou als lezer noch als vervanging van begeleiding door een therapeut of arts. Het veranderen van je voedingspatroon of leefstijl vraagt namelijk om deskundige begeleiding, zeker als je gezondheidsklachten hebt of in verwachting bent. Neem bij gezondheidsklachten of zwangerschap daarom altijd contact op met je huisarts en/of vind een deskundig therapeut, arts of diëtist om je te begeleiden bij veranderingen in je eetpatroon. De lezer wordt ook gewezen op de van toepassing zijnde algemene disclaimer die hier te lezen is.

Hoe ik tegen voedingssupplementen aankijk

Als orthomoleculair- en kPNI therapeut zijn voedingssupplementen een van de basisinstrumenten die ik in mijn praktijk heel graag gebruik. Ook voor mijn eigen gezondheid zet ik ze al jaren in. In beide gevallen boek ik er meestal hele goede resultaten mee. Toch zijn er wat mij betreft wel een aantal aandachtspunten als je overweegt om een voedingssupplement te gaan gebruiken.

Voeding komt voor suppletie

Het klinkt misschien als een open deur en het staat op elk potje van welk voedingssupplement dan ook: een supplement is geen vervanging voor gezonde voeding. Het zou wat zijn. Je blijft gewoon de hele dag allerlei fabrieksvoedsel in je mond stoppen, gaat ’s avonds naar de frietboer of laat een spotgoedkope zero-voedingswaarde-pizza komen en dan stop je er wat supplementen bij en alles komt goed. Zo werkt het dus niet.

Je lichaam heeft als eerste een gezonde hoeveelheid voeding nodig die gevarieerd is en bij voorkeur biologisch. Als je dat op orde hebt, en dan mag je natuurlijk best eens een patatje halen, dan kijk je welke voedingssupplementen je eventueel wilt inzetten als aanvulling.

Een voedingssupplement moet van goede kwaliteit zijn

Ook dit lijkt me voor de hand liggen. Helaas zie ik nog heel vaak klanten die gebruik maken van voedingssupplementen waarvan ik ze meteen aanraad die niet meer te kopen, laat staan in hun mond te stoppen. En dat is ook logisch, want hoe weet je als gewone consument nu wat een goed product is? Dat is helemaal niet zo eenvoudig en helaas zijn er ook heel wat producten van mindere kwaliteit op de markt. Toch zijn er wel wat aanknopingspunten die je op de verpakking terugvindt om je een idee te geven over de kwaliteit.

Zo moet er op de verpakking op zijn minst opstaan wat er in zit. En dan bedoel ik, dat er niet alleen gezegd wordt dat er magnesium inzit, maar dan wil ik weten: welke magnesium en in welke hoeveelheden. Dus een product dat niet gedetailleerd aangeeft welke inhoudsstoffen er precies en in welke hoeveelheden inzit, laat je staan.

Vervolgens kijk je, of die inhoudsstoffen die erop staan wel de juiste vorm bevatten. Zo wil je van mineralen zoals magnesium niet de variant die eindigt op oxide of chloride. En van vitamines, met name B-vitamines, wil je graag een actieve vorm hebben. Die kan het lichaam direct gebruiken, zonder dat de lever er nog iets mee moet. Met name bij vitamine B6 is dat belangrijk. Daarvan neem je dus pyridoxaal-5-fosfaat en geen pyridoxine of pyridoxine-hydrochloride.

Een goed supplement heeft zo min mogelijk toevoegingen

Je neemt een voedingssupplement om je gezondheid te ondersteunen toch? Dat betekent voor mij dat een supplement dat allerlei onnodige toevoegingen bevat afvalt. Dus suiker (saccharose of fructose) mag er echt niet in zitten. Ook zoetstoffen zoals aspartaam hebben geen plek in een supplement. Verder wil je een supplement met zo min mogelijk synthetische kleurstoffen of anti-klontermiddelen. Je herkent deze aan hun E-nummers (E468, E551, E171).

Bij voedingssupplementen is meer niet altijd beter

Ik zie in mijn praktijk regelmatig klanten die bij hun eerste sessie binnenkomen met een tas vol met allerlei verschillende soorten voedingssupplementen en de vraag wat ik daarvan vind. Ze hebben dan her en der van alles gelezen over stoffen die goed zouden kunnen zijn voor hun gezondheid en die hebben ze als supplement gekocht. En die verzameling heeft zich kalm aan uitgebreid tot een regiment pillen bij de maaltijd die serieus indrukwekkend is. Ik ben daar geen fan van.

In een therapeutisch proces kan het inderdaad af en toe voorkomen, dat je tijdelijk met een respectabel aantal pillen naast je bord aan tafel zit. Maar dat is tijdelijk!! Dat is bewust gekozen met een bepaald therapeutisch doel. Zodra dat doel bereikt is (in de meest ideale situatie), dan stop je daar weer mee en val je terug op de basis van een goede multi, vitamine D (afhankelijk van je bloedwaarde) en eventueel visolie als je nauwelijks vette vis op je bord terugvindt. Deze basis vul je dan – indien nodig – heel gericht en zo beperkt mogelijk aan met wat jouw lijf op dat moment extra kan gebruiken. Dus je zet niet zomaar een supplement in omdat het goed kan zijn voor je, maar kiest daarin heel bewust wat je wilt bereiken en welk supplement daarin – in aanvulling op de juiste voeding – iets kan betekenen. 

Soms moet je extra voorzichtig zijn met supplementen

Supplementen kunnen interacties geven met elkaar en/of met eventuele medicijnen die je neemt. Ook kunnen supplementen, zelfs een multi, niet verstandig zijn bij bepaalde aandoeningen. Dus vraag deskundig advies voor je supplementen gebruikt, zeker als je ook medicijnen gebruikt of een onderliggende medische aandoening hebt.

Gebruik jij voedingssupplementen en zo ja, wat merk je daar dan van?

Disclaimer: De inhoud van deze blogpost geeft mijn persoonlijke visie op een gezonde leefstijl weer en is uitdrukkelijk niet bedoeld als individueel advies aan jou als lezer noch als vervanging van begeleiding door een therapeut of arts. Het veranderen van je voedingspatroon of leefstijl vraagt namelijk om deskundige begeleiding, zeker als je gezondheidsklachten hebt of in verwachting bent. Neem bij gezondheidsklachten of zwangerschap daarom altijd contact op met je huisarts en/of vind een deskundig therapeut, arts of diëtist om je te begeleiden bij veranderingen in je eetpatroon. De lezer wordt ook gewezen op de van toepassing zijnde algemene disclaimer die hier te lezen is.

Mijn beste alternatieven voor brood

Brood….. de meeste mensen vinden het heerlijk en kunnen er niet vanaf blijven. Een van de meest gehoorde opmerkingen in mijn praktijk is dan ook: “Maar ik ga mijn brood niet laten staan hoor!”. Uiteindelijk doet bijna iedereen die dit zegt het toch en dat blijkt veel beter te bevallen. Het lijf knapt er vaak ontzettend van op en dat motiveert dan weer om er in de toekomst vanaf te blijven.

Er is overigens een reden waarom dat brood zo ongelooflijk lekker is en je denkt dat je het niet kunt laten staan. In brood zitten namelijk gluten, dat is bij de meeste mensen wel bekend. Gluten bevatten een eiwit dat gliadine heet. Dit eiwit wordt in de darm omgezet in een opiaat-achtige stof (exorfine genoemd) en dat is een verslavende stof. Ik kan je verzekeren, hoe minder brood je eet (en andere graanproducten), hoe minder je de behoefte hebt om het in je mond te stoppen.

Maar als je net begint op je pad naar een brood-vrij leven, dan heb je misschien geen idee wat je dan wel moet eten. Brood is zo ingeburgerd in onze cultuur. We zijn er allemaal mee opgegroeid. Gelukkig is er wel een steeds grotere groep mensen die ook geen of minder brood eet en daarmee zijn de online recepten voor broodvervangers enorm gegroeid. Een beetje grasduinen online levert je meteen al een berg aan alternatieven op.

Brood van amandelmeel

Waarschijnlijk is het eerste waar je tegenaan loopt als je online gaat zoeken naar broodvervangers een recept voor amandelmeel brood. Daar kun je bijna niet omheen. En dat is ook logisch, want het is lekker, makkelijk te maken en te beleggen met wat je voorheen op je normale boterham deed. Toen ik net startte met mijn graanvrije leven, was brood van amandelmeel mijn go-to brood. Het vult ook erg goed en het stabiliseert je bloedsuikerspiegel, dus geeft rust in je lijf.

Noten zijn echter niet voor iedereen goed te verteren, dus als je na het eten van amandelmeel brood last krijgt van een opgeblazen gevoel, gasvorming of drijvende ontlasting, dan moet je minder notenbrood eten en misschien wat extra aandacht geven aan het op weer niveau brengen van je spijsvertering. Een mooi alternatief kan dan ook mijn groentebrood zijn, waar maar een klein beetje amandelmeel in zit.

Brood met groenten en kokosmeel

Persoonlijk ben ik meer een fan van brood gemaakt met groenten en kokosmeel, dan brood gemaakt van voornamelijk amandelmeel. Zowel groenten als kokosmeel zijn heel vezelrijk en daarmee een mooie voedingsbodem voor je darmmicrobioom. En dat is heel belangrijk. Dat microbioom zorgt er namelijk voor dat er een goede afweer is tegen ziekteverwekkers (virussen, bacteriën, schimmels, parasieten), dat er energie gemaakt wordt voor jou en je darm en het microbioom helpt mee om bepaalde vitamines (met name B vitamines) en neurotransmitters (communicatiestoffen voor je zenuwstelsel) te maken. Denk maar eens aan serotonine, dat voor 90% door je microbioom wordt gemaakt en je helpt lekker in je vel te zitten en goed te slapen.

Van kokosmeel heb je maar een klein beetje nodig en het is goedkoper dan amandelmeel, dus dat is ook mooi meegenomen. Zijn courgettebroodjes zijn makkelijk en snel te maken en vrij neutraal van smaak. Je kunt ze dus ook prima beleggen met wat je normaal op je boterham zou doen.

Zadencrackers

Een ander mooi alternatief voor brood zijn crackers. Veel mensen eten die nu ook al, maar dan zijn ze gemaakt van granen. Je kunt ze echter ook heel makkelijk zelf maken zonder granen. Je neemt dan allerlei soorten pitten en zaden en maakt daar je eigen crackers van. Het voordeel daarvan is dat je naar hartelust kunt experimenteren met de mix van zaden en pitten die jij lekker vindt en je kunt er ook kruiden aan toevoegen voor meer smaak en extra bioactieve plantstoffen. Daar wordt je lijf ook blij van. 

Zadencrackers zijn doordat ze van zaden en pitten zijn gemaakt, net als notenbrood, heel rijk aan eiwitten en gezonde vetten. Ze vullen dus goed en zorgen voor een stabiele bloedsuiker. Ze zijn verder naturel van smaak (tenzij je helemaal losgaat met kruiden natuurlijk) en laten zich beleggen met wat je maar lekker vindt.

Wat is jouw grootste uitdaging als je denkt aan minder of geen brood meer eten? Wil je dat hieronder met mij delen?

Disclaimer: De inhoud van deze blogpost geeft mijn persoonlijke visie op een gezonde leefstijl weer en is uitdrukkelijk niet bedoeld als individueel advies aan jou als lezer noch als vervanging van begeleiding door een therapeut of arts. Het veranderen van je voedingspatroon of leefstijl vraagt namelijk om deskundige begeleiding, zeker als je gezondheidsklachten hebt of in verwachting bent. Neem bij gezondheidsklachten of zwangerschap daarom altijd contact op met je huisarts en/of vind een deskundig therapeut, arts of diëtist om je te begeleiden bij veranderingen in je eetpatroon. De lezer wordt ook gewezen op de van toepassing zijnde algemene disclaimer die hier te lezen is.