Is het eten van plantaardige eiwitten een goed idee?

Deze week zag ik een berichtje in het nieuws wat meteen mijn aandacht had. Een groep diëtisten kwam naar buiten met een alternatieve schijf van vijf genaamd de schijf for life. Uitgangspunt daarbij is een volledig plantaardig voedingspatroon. Nu is het heel goed dat we die schijf van vijf er eens uit gooien, maar een volledig plantaardig voedingsadvies, daar heb ik zo mijn bedenkingen bij. Sterker nog, dat vind ik – als ik kijk naar de fysiologie van het lichaam – voor de meeste mensen geen goed idee. 

Wat zijn eiwitten en waarom eten we ze?

Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. Eiwitten kun je je dan voorstellen als hele lange kralensnoeren en de kralen zijn de aminozuren. Als je eiwitten eet, dan knipt je lichaam de kralen los uit de snoer. Dat proces heet de spijsvertering. Je lichaam kan namelijk geen eiwitten opnemen uit de voeding, maar wel de losse aminozuren. 

Aminozuren worden door je lijf gebruikt als bouw- en reparatiestof. Je maakt er dus dingen van. Dat kan van alles zijn van spiercellen tot hormonen. Eiwitten zijn super belangrijk voor je lijf, ongeveer 80% van wat je in je lijf aantreft is ervan gemaakt.

Het menselijk lichaam heeft 22 verschillende soorten aminozuren nodig. En hoewel het lijf heel ingenieus in staat is om een aantal daarvan zelf te maken, komt het er voor de meeste mensen op neer dat ze al deze verschillende aminozuren gewoon moeten eten. De eigen aanmaak is meestal onvoldoende voor al dat bouw- en herstelwerk. En daar wringt voor mij het advies van een volledig plantaardig voedingspatroon.

Het verschil tussen plantaardige en dierlijke eiwitten

In dierlijke eiwitten, dus in vlees, vis, gevogelte en eieren, zijn alle 22 aminozuren aanwezig. Je hebt er dus geen omkijken naar. Als je regelmatig iets van dierlijke eiwitten eet, dan krijg je in ieder geval alle benodigde aminozuren binnen. Dat is niet het geval bij plantaardige eiwitten.

In plantaardige eiwitten (zoals peulvruchten, noten, pitten, zaden, quinoa) zitten namelijk lang niet altijd alle aminozuren. Daarom moet je bij een volledig plantaardig voedingspatroon heel goed weten welke aminozuren aanwezig zijn in welk voedingsmiddel, zodat je slimme combinaties kunt maken en geen tekorten krijgt. En dan nog krijg je niet alle aminozuren binnen, want het aminozuur carnitine is alleen te vinden in dierlijke voeding. Het lichaam kan carnitine overigens wel uit andere aminozuren maken, maar dan moet je die dus wel in voldoende mate eten en verteren.

Plantaardige eiwitten zijn lastiger te verteren

Naast dat plantaardige eiwitten dus vaak niet alle aminozuren bevatten, zijn ze helaas ook lastiger te verteren dan dierlijke eiwitten. En alles wat je niet verteert, kun je niet opnemen in je lijf. Dit betekent dat de aminozuren die je dan wel in je voeding hebt zitten niet kunt gebruiken maar in het toilet aantreft. 

Planten bevatten steeds minder eiwitten

Daarnaast blijkt uit onderzoek, dat door de toename van CO2 in de lucht de samenstelling van planten verandert. Er zitten daardoor minder eiwitten in planten en meer koolhydraten (suikers). Je moet dus meer plantaardige voeding eten om aan je eiwitbehoefte te komen. Daardoor krijg je ook meer koolhydraten binnen. Niet iedereen reageert daar even tof op.

Plantaardige eiwitten zijn een mooie aanvulling

Toch ben ik er wel een voorstander van om ook regelmatig plantaardige eiwitten te eten en zo je voedingspatroon uitgebreid en gevarieerd te houden. En hoe die verhouding tussen plantaardige en dierlijke eiwitten er dan moet uitzien is voor iedereen verschillend. Gelukkig maar! De ene mens doet het namelijk veel beter op wat meer plantaardige voeding dan de ander. En daarmee rekening houden lijkt me een mooie stap richting meer gezondheid. Want iets kan op papier nog zo’n geweldig idee zijn, als jouw lijf het niet wil dan werkt het (voor jou) niet.

Disclaimer: De inhoud van deze blogpost geeft mijn persoonlijke visie op een gezonde leefstijl weer en is uitdrukkelijk niet bedoeld als individueel advies aan jou als lezer noch als vervanging van begeleiding door een therapeut of arts. Het veranderen van je voedingspatroon of leefstijl vraagt namelijk om deskundige begeleiding, zeker als je gezondheidsklachten hebt of in verwachting bent. Neem bij gezondheidsklachten of zwangerschap daarom altijd contact op met je huisarts en/of vind een deskundig therapeut, arts of diëtist om je te begeleiden bij veranderingen in je eetpatroon. De lezer wordt ook gewezen op de van toepassing zijnde algemene disclaimer die hier te lezen is.

Mijn 10 tips om met succes je voeding aan te passen

In mijn blog van vorige week kon je lezen welke basisstappen je zou kunnen zetten om met succes te starten met het aanpassen van je voeding. Het gaat in die blog vooral over een aantal mindset-stappen. In deze blog gaan we het concreet maken en deel ik mijn 10 gouden tips om je voeding concreet en met succes aan te passen.

1. Besluit dat NU het moment is waarop je het gaat doen

Zoals ik in mijn vorige blog al heb geschreven, er is nooit een beter moment om te starten dan NU. Er zal altijd iets zijn waardoor NU niet het meest ideale moment is. Wacht niet op het ideale moment en begin gewoon. Hoe klein ook. In de kleinste verandering zit vaak het grootste resultaat.

2. Deel het besluit en vraag om support

Het veranderen van je voedingspatroon is niet niks en ook niet iets dat onopgemerkt zal blijven voor je omgeving. Deel je besluit dus met je directe omgeving. Daarmee bedoel ik de mensen waarmee je leeft en eet. Ga het besluit niet uitleggen, maar zeg dat je je voeding gaat veranderen omdat je voelt dat dit nu voor jou nodig is. Meer uitleg hoeft niet. Je hoeft het niet te verantwoorden.

Vraag je directe omgeving ook om support. Ze hoeven niet met je mee te doen, maar het is wel heel fijn als ze begrip en respect hebben voor jouw keuze. Dat ze je de ruimte geven om het op jouw manier te gaan doen en ontdekken. Ben daarin ook concreet. Geef aan wat je nodig hebt. Dus bijvoorbeeld: “Ik heb het van je nodig dat je me geen boterham meer aanbiedt.” of iets anders dat jou het beste zal helpen om je aan je besluit te houden.

3. Verander slechts één ding per keer

Rome is ook niet op 1 dag gebouwd, dus gooi niet ineens je hele voedingspatroon om zonder deskundige begeleiding. Neem gewoon één ding, pas dat aan en doe dat een week. Merk wat het met je doet en of het je na die week al makkelijker afgaat. Als dat zo is, dan neem je er iets anders bij, zo niet dan houd je het nog even bij dat ene ding.

4. Houd bij wat er gebeurt in je lijf

Je lijf gaat reageren op andere voeding, dat kan niet anders. Neem elke dag een kort momentje voor jezelf en voel eens wat er gebeurt in je lijf. Vooral na het eten, tussen de maaltijden door en als je naar het toilet gaat. Wat merk je? Ben je daar blij mee? En zo niet, wat is er dan nodig om het beter te doen?

5. Houd niet vast aan wat je probeert los te laten

Als je anders gaat eten, dan ga je waarschijnlijk uit de pas lopen bij wat de rest van de maatschappij doet. Chapeau! Dat is de bedoeling, want wat je deed sloot daar misschien wel op aan maar was voor jou niet goed. De grootste moeilijkheid zit erin om vast te blijven houden aan wat je probeert los te laten. Ik bedoel: als je besluit dat je geen brood meer wilt eten, dan moet je niet vasthouden aan de gedachte hoe lekker dat brood wel niet is of hoe makkelijk anderen het hebben omdat zij wel snel een boterham kunnen maken en jij iets meer werk hebt om je salade klaar te maken. Vasthouden aan wat je los probeert te laten is gedoemd om te mislukken.

6. Ga uit van wat er allemaal wel kan

Het is heel verleidelijk om te blijven kijken naar alles dat je niet meer mag eten. Als je vanuit deze blik aan de slag gaat, dan ervaar je continu een gevoel van tekort. Dan gaat het niet werken voor je. Ga daarom uit van wat er wel kan. Hang een voedingsmiddelenlijst op de koelkast van alle voeding die passen in je gezonde nieuwe menu en kies met die lijst in de hand wat je gaat eten. Een goede voedingsmiddelenlijst vind je bijvoorbeeld in mijn gratis e-boek ‘3 tips om met succes je voeding aan te passen’

7. Maak een weekmenu

Neem aan het begin van elk seizoen even de tijd om een weekmenu te maken. Schrijf op wat je de komende maanden elke week gaat eten. Dat haalt de druk eraf om elke week 21 nieuwe maaltijden (ontbijt, lunch en avondeten) te moeten verzinnen. En wil je een keer iets anders eten, dan kan dat natuurlijk gewoon.

8. Houd het simpel

Zeker in het begin is het super belangrijk om het simpel te houden. Zorg dat je bij elke maaltijd iets van groente, gezonde vetten en iets van eiwit (een eitje, stukje vis of kip) eet en je bent al een flinke stap in de goede richting. Hoe je van deze ingrediënten weer die super toffe maaltijden maakt waar je van oor tot oor van gaat glimmen omdat je er zo van geniet komt vanzelf wel weer. Dat heeft tijd nodig.

9. Vier je successen

Sta stil bij je successen: een hele dag gezond gegeten, een hele week gezond gegeten, op een dag dat je het lastig had gezond gegeten. Allemaal reden voor een mini-feestje. Sta er even bij stil. Ben trots op jezelf. 

10. Sta jezelf een niets-is-toxisch-dag toe

En tot slot is het ook belangrijk om je te realiseren dat de boog niet altijd gespannen hoeft te staan. Liever niet zelfs….. dus sta jezelf een niets-is-toxisch-dag toe. Dat is een dag waarop je iets eet wat niet meer in je nieuwe voedingspatroon past, maar wat je altijd zo ontzettend lekker vond. Het is niet een dag waarop je jezelf de hele dag volpropt met van alles dat niet goed voor je is. Dus je eet ook op die dag gezond, maar maakt ook een uitstapje naar iets dat minder gezond is: dat stukje taart op die verjaardag, die pizza bij het uit eten gaan, een klein handje chips (maar niet een hele zak). Zo houd je het ook leefbaar voor jezelf en blijf je flexibel.

Hebben deze tips je inspiratie gegeven om NU toch echt aan de slag te gaan met je voeding? Heb je nu het vertrouwen dat het ook jou gewoon gaat lukken?

Wil je dat hieronder met mij delen?

Disclaimer: De inhoud van deze blogpost geeft mijn persoonlijke visie op een gezonde leefstijl weer en is uitdrukkelijk niet bedoeld als individueel advies aan jou als lezer noch als vervanging van begeleiding door een therapeut of arts. Het veranderen van je voedingspatroon of leefstijl vraagt namelijk om deskundige begeleiding, zeker als je gezondheidsklachten hebt of in verwachting bent. Neem bij gezondheidsklachten of zwangerschap daarom altijd contact op met je huisarts en/of vind een deskundig therapeut, arts of diëtist om je te begeleiden bij veranderingen in je eetpatroon. De lezer wordt ook gewezen op de van toepassing zijnde algemene disclaimer die hier te lezen is.

Hoe pas je met succes je voeding aan?

Als ik mensen vertel, dat ik vrouwen begeleid om meer energie en minder klachten te hebben door anders te gaan eten en leven, dan krijg ik heel vaak de vraag “Hoe moet dat in hemelsnaam: met succes (blijvend) je voeding aanpassen?”. Het antwoord is eigenlijk heel simpel: je doet het gewoon! Je begint ermee en stopt er niet meer mee.

Maar goed, dat is wel een heel kort antwoord en ik snap natuurlijk ook wel dat jij er niet heel veel wijzer van wordt. Er valt ook veel meer over te vertellen, dus laat ik dat in deze blog eens doen.

Het begint met een besluit

In de kern komt het antwoord dat ik hierboven heb gegeven neer op het volgende. Je besluit dat je het gewoon gaat doen. En er is maar één moment het meest geschikt om dat besluit te nemen en dat moment is NU. Want laten we eerlijk zijn, er is altijd wel een reden te verzinnen waarom NU niet het goed moment is. Omdat je het te druk hebt, omdat je kinderen hebt, omdat je niet zou weten wat je dan wel moet eten, omdat het winter wordt…. vul zelf je eigen waarom-niet-nu maar in.

Toen ik mijn besluit een aantal jaren geleden nam, was ik in de ‘luxe-positie’ dat mijn lijf gewoon echt niet verder wilde op de manier waarop ik het de daaraan voorafgaande 40 jaar had gedaan. Een lijf hebben dat protesteert is soms het beste geschenk dat je hebben kunt, want het praat met je en geeft je aan dat jij iets anders moet verzinnen. Dat is altijd beter dan een lijf dat nooit communiceert met je en er ineens gewoon mee stopt….

Alle begin is moeilijk

Ik zou willen dat ik kon zeggen dat het na het nemen van het besluit simpeler wordt, maar dan zou ik je voor de gek houden. Ook hier geldt het adagium: alle begin is moeilijk. En ben eens eerlijk, dat is toch ook logisch? Je hebt 20, 30 of 40 jaar lang op een bepaalde manier gegeten en dan ga je dat ineens anders doen. Hoezo verwacht je dan dat dit zonder enige leercurve zal gaan? Jij moet er aan wennen en je lijf ook.

In mijn geval verschoof mijn voeding van een menu dat vooral bestond uit graanproducten en zuivel (met natuurlijk ook groenten en een stukje vlees of vis), naar een menu dat vooral bestaat uit groenten, wat fruit, gezonde vetten en een passend stukje vis, gevogelte en soms iets van vlees. Concreet vielen zo’n beetje al mijn recepten af en al het vertrouwde viel weg. En dat is eigenlijk een mooie plek om te zijn, want je kunt echt gaan ontdekken wat jou voedt. 

Maar dat betekende wel, dat mijn maaltijden in het begin niet meteen restaurant-waardig waren. Dat het niet alle avonden aan tafel genieten was van kop tot teen. Ik die zo van lekker eten houd, zat dan boven een bord met groenten (waarmee ik toen nog niet zoveel raad wist) zonder saus, zonder pasta, zonder kaas….. 

Ik nam de tijd en stond mezelf toe om opnieuw te leren koken. Met nieuwe ingrediënten, nieuwe recepten, nieuwe ideeën. En kalm aan werd het weer een feestje op mijn bord. Maar vanaf dag 1 was het wel een steeds groter wordend feestje in mijn lijf. Vanaf die eerste dag gaf mijn lijf mij aan dat ik op het juiste spoor zat. En dat was beloning genoeg.

En dan gaat het mis (of niet)

Zo ben je ineens een paar weken lekker bezig met je voeding en voel je je daar eigenlijk best goed over. Tot het mis gaat….. er gebeurt iets in je leven waardoor het ineens lastiger wordt. Je verliest je baan, er is iets met je kinderen, je gaat verhuizen of verbouwen of er gebeurt iets anders wat ineens alle aandacht vraagt. En dan heb je grofweg 2 opties: kijken hoe het ook onder die omstandigheden lukt of naar de friettent (afhaal-Chinees, pizzaboer, etc). Begrijp me niet verkeerd: ik snap volledig dat je voor die friettent kiest. Toch…. met bijna hetzelfde gemak doe je het niet en zet je iets gezonders op tafel. Al is het maar wat groenten (gestoomd of rauw), een stukje kip of vis en haal je daar een keer frietjes bij omdat je weinig ruimte hebt om echt een volwaardige maaltijd te koken.

Concrete tips en tops

In deze blog deel ik mijn 10 beste tips en tops met je over hoe je concreet je voeding met succes aanpast: https://www.vanappeltotzeekraal.nl/tips-en-tricks-om-je-voeding-met-succes-aan-te-passen/. Lees die ook eens en put er inspiratie uit. Ik weet zeker dat er iets bij zit waar jij mee kunt starten en kunt ervaren wat andere voeding voor jou doet.

Disclaimer: De inhoud van deze blogpost geeft mijn persoonlijke visie op een gezonde leefstijl weer en is uitdrukkelijk niet bedoeld als individueel advies aan jou als lezer noch als vervanging van begeleiding door een therapeut of arts. Het veranderen van je voedingspatroon of leefstijl vraagt namelijk om deskundige begeleiding, zeker als je gezondheidsklachten hebt of in verwachting bent. Neem bij gezondheidsklachten of zwangerschap daarom altijd contact op met je huisarts en/of vind een deskundig therapeut, arts of diëtist om je te begeleiden bij veranderingen in je eetpatroon. De lezer wordt ook gewezen op de van toepassing zijnde algemene disclaimer die hier te lezen is.

Je darmen zijn je tweede brein (en misschien wel je eerste brein)

Hersenen…. als je het op de markt in Den Bosch lukraak aan mensen zou vragen waar die zitten in het lijf, dan zullen de meeste mensen wijzen naar hun hoofd. Helemaal terecht natuurlijk. En toch….. als je zou wijzen naar je buik, dan zou ik het antwoord ook goedkeuren. Want je darmen zijn ook een soort hersenen, maar dan anders.…

Hersenen worden gebruikt voor communicatie

In je hersenen krioelt het van de zenuwbanen die zijn opgebouwd uit gigantische hoeveelheden zenuwcellen. De samenspel van zenuwcellen in je hoofd heet het centrale zenuwstelsel. In dit stelsel is het een drukte van belang. De zenuwcellen communiceren de hele dag met elkaar. Ze brengen informatie vanuit het lichaam (dat een eigen zenuwstelsel heeft) over naar bepaalde delen van de hersenen en ze communiceren het antwoord van de hersenen weer terug naar het lichaam.

Stel bijvoorbeeld dat je je hand legt op een gloeiend hete verwarming. Die warmteprikkel komt via de zenuwcellen in de huid razend snel aan bij de hersenen. Die geven vervolgens (via andere zenuwbanen) de spieren in je hand opdracht om in beweging te komen, van de verwarming af. Zo zijn er ontelbare voorbeelden te geven waarin het lichaam en de hersenen met elkaar praten om de boel een beetje leuk aan de praat te houden voor jou.

Het zenuwstelsel van je darmen

Je darmen hebben een buitengewoon complex en zelfstandig werkend zenuwstelsel. Dat is zo zelfstandig, dat als je de zenuwverbinding tussen de darmen en de hersenen zou doorsnijden, dat het zenuwstelsel van de darmen in leven blijft en haar werk blijft voortzetten. Dat is nergens in het lichaam zo geregeld, alleen in de darmen. Het zenuwstelsel in de darmen heet het enterisch zenuwstelsel. Juist omdat dit zenuwstelsel in de darm zo zelfstandig kan opereren, wordt het ook wel je tweede brein genoemd.

Dit enterisch zenuwstelsel heeft uiteraard heel veel communicatielijntjes met het centrale zenuwstelsel in je hoofd. Maar nu komt het….. er lopen meer communicatielijntjes van de darmen naar het hoofd dan andersom. Het is daarmee dus de vraag of het zenuwstelsel van je darmen niet  eigenlijk je eerste hersenen zijn.

De rol van de darmflora in het zenuwstelsel

Communicatie in het zenuwstelsel gaat via communicatiestoffen, die we neurotransmitters noemen. Een hele bekende neurotransmitter is serotonine. Serotonine zorgt ervoor dat je lekker in je vel zit, je gelukkig voelt en verbinding voelt met de mensen waar je van houdt. Deze werking van serotonine vindt vooral in de hersenen plaats. Toch is de basis van serotonine in je buik te vinden. 

90% van alle serotonine die jij gebruikt in je lijf wordt namelijk in je darmen gemaakt door je microbioom. Vrouwen met een verstoorde darmflora hebben dan ook vaak gedoe met serotonine en zitten niet lekker in hun vel, terwijl er ogenschijnlijk in hun leven niet zoveel mankeert. Alles gaat goed in hun leven en toch zijn ze niet happy. 

Gedoe in je buik geeft gedoe in je hoofd

Nu je dit weet, begrijp je waarschijnlijk veel beter waarom gedoe in je buik ook gedoe in je hoofd geeft. Gedoe in je buik wordt namelijk meteen gecommuniceerd met je hersenen en dat heeft vaak effect op hoe je je mentaal voelt. Daarom hebben mensen met een prikkelbare darm bijvoorbeeld een groter risico om zich down en depri te voelen. Depressieve klachten zijn dan ook vaak een teken van een darmprobleem.

Een begin van een oplossing kan dan gevonden worden in het gezonder maken van je darmen. Daarover gaat mijn e-boek Gezonde darmen dat je hier kunt downloaden.

Disclaimer: De inhoud van deze blogpost geeft mijn persoonlijke visie op een gezonde leefstijl weer en is uitdrukkelijk niet bedoeld als individueel advies aan jou als lezer noch als vervanging van begeleiding door een therapeut of arts. Het veranderen van je voedingspatroon of leefstijl vraagt namelijk om deskundige begeleiding, zeker als je gezondheidsklachten hebt of in verwachting bent. Neem bij gezondheidsklachten of zwangerschap daarom altijd contact op met je huisarts en/of vind een deskundig therapeut, arts of diëtist om je te begeleiden bij veranderingen in je eetpatroon. De lezer wordt ook gewezen op de van toepassing zijnde algemene disclaimer die hier te lezen is.