6 keer per dag eten of toch niet?

– over maaltijdfrequentie en hoe je je spijsverteringsvuur brandend houdt

Een paar jaar geleden had ik bijna altijd honger, terwijl ik de hele dag door at. Ik begon de dag met vier bruine boterhammen en bij de lunch at ik er weer vier. Het avondeten bestond uit een flink bord pasta of aardappelen, met groenten en een stukje vlees. En omdat dit allemaal niet genoeg was, at ik ’s ochtends een flinke koek bij de koffie en ’s middags een dikke plak peperkoek bij de thee. Vaak at ik voor het slapen gaan ook nog 2 bruine boterhammen, want dan had ik alweer honger. En als je nu denkt dat ik toen wel tonnetje rond moet zijn geweest, dan moet ik je teleurstellen. Ik was mager en kwam geen gram aan.

In die tijd kreeg ik het advies om vooral elke 2-3 uur iets te eten om mijn spijsverteringsvuur aan te houden. Dat zou zorgen voor een stabiele bloedsuikerspiegel en daarmee zou mijn honger wel over gaan. Nou, helaas…..niet dus!

Op enig moment begon ik dan toch in gewicht aan te komen. Dat was leuk in het begin, maar ook toen de weegschaal het gewicht aangaf waar ikzelf blij van werd, hield het aankomen niet op. Dat was minder leuk. Vooral omdat ik zo in een jaar 12 kilo (!) aankwam en me ondertussen steeds slechter ging voelen. Ik was beland in de fase van pré-diabetes. En…. ik had nog steeds voortdurend honger. Ik voelde me altijd onrustig en werd gaandeweg ook meer en meer moe. Ik leek nooit voldoende energie te hebben om te doen wat ik graag wilde doen.

Het werd tijd voor een andere aanpak. Ik ben aan de slag gegaan met mijn voeding. Zowel met wat ik eet als met hoe vaak ik eet. Dat maakte een einde aan mijn honger en normaliseerde mijn gewicht. Ik ben niet langer pré-diabetes en heb weer volop energie. Honger heb ik alleen nog als ik echt iets moet eten en dat is veel minder vaak dan voorheen. In deze blogpost leg ik je uit waarom dat zo is. 

Eten verandert je bloedsuikerspiegel

Als je eet stijgt kort daarna de hoeveelheid glucose in je bloed: je bloedsuikerspiegel stijgt. Je cellen kunnen uit glucose energie maken. Om dat te kunnen doen moeten je cellen die glucose wel eerst opnemen. Het hormoon insuline helpt je cellen daarbij. Insuline wordt gemaakt door je alvleesklier.

Dat je bloedsuikerspiegel na de maaltijd stijgt is dus normaal. Het is wel belangrijk dat je bloedsuiker binnen een bepaalde bandbreedte blijft, omdat zowel een te lage als een te hoge bloedsuikerspiegel gevaarlijk voor je is. Je hersenen houden dit in de gaten en sturen de alvleesklier aan om dit via de productie en afgifte van de hormonen insuline en glucagon te regelen. 

Als je cellen de glucose uit je bloed opnemen daalt je bloedsuikerspiegel weer. Dat is voor de alvleesklier het signaal om te stoppen met het afgeven van insuline. Zo wordt voorkomen dat je bloedsuikerspiegel teveel daalt en onder het minimumniveau uitkomt. Het duurt gemiddeld zo’n 5-7 uur na de maaltijd voor de hoeveelheid insuline in je bloed weer terug is naar de normaal-stand. Precies op tijd voor je volgende maaltijd.

Waarom je beter niet elke 2-3 uur iets eet

Als je binnen 5-7 uur na je maaltijd opnieuw iets eet, dan begint dit proces gewoon weer opnieuw. Voor een keer is dat niet erg, maar als je dat vaak doet dan verandert dat iets in je lichaam. De hoeveelheid insuline in het bloed komt dan niet meer terug in de normaal-stand maar blijft iets hoger. Als je dan iets eet en je alvleesklier gaat insuline aanmaken, dan wordt de totale hoeveelheid insuline in je bloed iets hoger dan normaal. Daardoor kun je nog meer glucose uit het bloed opnemen in je cellen. Je cellen doen dit ook. Hierdoor daalt je bloedsuikerspiegel tot onder het minimumniveau dat nog goed voor je is. Jij merkt dit omdat je ineens honger krijgt en je die honger niet kunt negeren. Je kunt er ook trillerig van worden of geïrriteerd of boos. Je kunt er hoofdpijn van krijgen, duizelig en geeuwerig van worden of je slap voelen. Je voelt in ieder geval aan alles dat je nú iets moet eten en bij voorkeur iets zoets! Iets zoets eten zorgt er namelijk snel voor dat je bloedsuikerspiegel weer stijgt en binnen de normale bandbreedte komt. Maar je snapt het inmiddels al wel, dat eten is weer een nieuwe maaltijd voor je lichaam en het verhaal start weer van voren af aan. Zo ontstaat een instabiele bloedsuikerspiegel en daar kun je behoorlijk last van hebben.

Wat is nu voor je lichaam precies een maaltijd?

Wat ik hierboven heb uitgelegd, werkt helaas ook zo als je iets drinkt waar je spijsvertering voor nodig is. Bijvoorbeeld frisdrank, sportdrank, koffie met melk, thee met suiker, een glaasje rode wijn, dat ene koekje bij de koffie/thee of dat miniscule kleine handje nootjes of olijven bij je wijntje of glaasje bier. Tja, gezellig is het allemaal niet, maar ook dat is voor je lichaam een maaltijd. Het verhoogt je bloedsuikerspiegel en zet je alvleesklier aan om insuline te maken.

Je alvleesklier overbelasten door te vaak te eten

Als je dus 3 hoofdmaaltijden eet (ontbijt, lunch en avondeten), daarnaast (peper)koek bij de koffie of thee eet en misschien nog ergens een stukje fruit tussendoor, om vier uur het bekende soepje drinkt en ‘s avonds voor het slapen gaan een klein glaasje wijn neemt, dan is je alvleesklier de hele dag ontzettend druk om jouw bloedsuikerspiegel te reguleren. De kans is dan groot dat je alvleesklier op enig moment uit balans raakt omdat hij het niet meer bij kan houden. Dat is het moment waarop je altijd honger hebt en de hele dag door moet eten om “je spijsverteringsvuur” aan te houden en je bloedsuikerspiegel te proberen in evenwicht te houden. Een maaltijd overslaan is dan ondenkbaar. Het idee alleen al maakt dat je onrustig wordt.

Dat op deze manier je bloedsuikerspiegel helemaal uit balans kan raken is één ding, maar je alvleesklier komt zo waarschijnlijk ook niet toe aan zijn andere functie: het maken van enzymen die je nodig hebt om je eten te verteren. En dat is eigenlijk de belangrijkste functie van je alvleesklier. Het is dus zaak om de alvleesklier voldoende rust te gunnen. Niet alleen kan hij zo herstellen, maar zo blijft er ook voldoende energie en tijd over om spijsverteringsenzymen te maken.

Ik heb inmiddels niet alleen bij mezelf maar ook bij bijna al mijn klanten gemerkt dat het verminderen van de hoeveelheid “maaltijden” op een dag een groot positief effect heeft, zowel op de spijsvertering als op het energieniveau. Om de hoeveelheid maaltijden te verminderen moeten we wel kijken naar wat iemand in een maaltijd eet. Als je de hele dag door koolhydraten eet, dan is het namelijk veel moeilijker om minder vaak te eten dan wanneer je vooral voldoende gezonde vetten en eiwitten eet. Dat komt omdat je meer en langer energie kunt halen uit vetten en eiwitten dan uit koolhydraten. Je voelt je dan langer verzadigd en als je geen honger hebt, ga je waarschijnlijk ook niet eten. Zo ontstaat een ritme van “eten – niet eten” waarbij je alvleesklier kan herstellen. Ik leg dat mijn klanten eigenlijk altijd als volgt uit.

Hoe kun je je spijsverteringsvuur het beste aanhouden?

Vergelijk je spijsverteringsvuur met een haardvuur. Je kunt een haardvuur aanmaken met twijgjes, kleine takken en grote houtblokken. Het is heel makkelijk om een haardvuur aan te krijgen met alleen maar twijgjes. Probleem is wel dat die twijgjes snel opbranden en dan moet je weer nieuwe twijgjes op het vuur gooien. Je krijgt er een instabiel en kort brandend vuur van. Je bent de hele dag druk met het aanhouden van je vuur en hebt geen rust of ruimte om iets anders of niks te doen. Een vuur van alleen maar (of voornamelijk) twijgjes is dus geen fijn vuur.

Als je het vuur probeert aan te maken met alleen maar kleine takken en grote houtblokken dan gaat je dat waarschijnlijk niet lukken. Je hebt de twijgjes nodig om het vuur aan te krijgen. Is het vuur eenmaal aan, dan zal het wel langer aanblijven omdat het langer duurt voor de takken en houtblokken opgebrand zijn. Zo ontstaat een mooi en rustig vuur. Een vuur van een combinatie van twijgjes, kleine takken en grote houtblokken geeft dus het beste resultaat.

Precies zo is het ook met voeding en je spijsverteringsvuur. De twijgjes zijn de koolhydraten (groenten, fruit, aardappelen, granen en suiker), de kleine takken zijn de eiwitten (vlees, vis, gevogelte, eieren, noten, zaden, pitten en groenten) en de grote houtblokken zijn de vetten (vette vis, eieren, extra vierge olijf- of kokosolie, kokosproducten, olijven, noten, zaden, pitten).

Je spijsverteringsvuur aanhouden met vooral snelle koolhydraten, zoals allerlei varianten van graan (brood, muesli, crackers, koek, pasta, rijst), is een lastig en tijdrovende bezigheid. Je moet de hele dag door eten en je alvleesklier gaat dat waarschijnlijk op de lange duur niet fijn vinden. Het gaat erom dat je een voor jouw lichaam geschikte mix vindt van koolhydraten (bij voorkeur in de vorm van groenten en fruit en – als je niet ziek bent – af en toe granen en aardappelen), eiwitten en (gezonde) vetten. Alleen die combinatie maakt het mogelijk dat je minder vaak op een dag kunt eten en je je alvleesklier rust kunt geven. Zo kun je zorgen voor een gezonde eetstijl en problemen in je bloedsuikerspiegel voorkomen. Het resultaat is een stabiele energie voor je lichaam zodat jij lekker kunt doen waar je blij van wordt. Hoe mooi is dat?

Zelf ervaren wat minder vaak eten met je doet?

Ik kan me zomaar voorstellen dat je na het lezen van deze blogpost zelf wilt ervaren wat het verminderen van je maaltijdfrequentie met je doet. Wil je dat doen, let dan vooral op het volgende:

  • verander eerst de samenstelling van je maaltijden: voeg meer gezonde vetten en eiwitten toe en verminder het gebruik van granen, aardappelen en suiker. Meer lezen over de orthomoleculaire / kPNI visie op gezonde voeding lees dan deze blogpost eens;
  • kijk dan stapje voor stapje of het je lukt om steeds één maaltijd per dag minder te eten tot je uitkomt op 3 maaltijden per dag. Begin met het weglaten van een tussendoortje of eet dat aansluitend aan je maaltijd;
  • lukt dit niet of voelt het helemaal niet goed? Schakel dan vooral een deskundige orthomoleculaire therapeut of arts in. Als je wilt, kan ik je helpen. Neem dan even contact met me op.

Als je ziek bent, zwanger bent, borstvoeding geeft, diabetes of longproblemen hebt of een ondergewicht, dan raad ik je met klem aan om alleen veranderingen aan te brengen in je eetgewoonten onder begeleiding van een deskundige orthomoleculaire therapeut of arts. In die gevallen kan het namelijk onverstandig zijn of extra ondersteuning vragen om je eetpatroon te veranderen.

Heb je vragen of wil je meer weten over wat orthomoleculaire / kPNI therapie voor jou kan betekenen? Laat het me weten! Je bent van harte welkom in mijn praktijk. Ik ga graag met jou ontdekken…. ontdekken wat jou voedt!

Disclaimer: De inhoud van deze blogpost geeft mijn persoonlijke visie op een gezonde leefstijl weer en is uitdrukkelijk niet bedoeld als individueel advies aan jou als lezer noch als vervanging van begeleiding door een therapeut of arts. Het veranderen van je voedingspatroon of leefstijl vraagt namelijk om deskundige begeleiding, zeker als je gezondheidsklachten hebt of in verwachting bent. Neem bij gezondheidsklachten of zwangerschap daarom altijd contact op met je huisarts en/of vind een deskundig arts, diëtist of therapeut om je te begeleiden bij veranderingen in je eetpatroon. De lezer wordt ook gewezen op de van toepassing zijnde algemene disclaimer die hier te lezen is.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *