Voeding voor een gezonde darm: mijn top 5

Als je mij al een tijdje volgt, dan weet je dat ik het regelmatig heb over de darm als basis van je gezondheid. Je darm is een echte topper in je lijf. Ze heeft hele belangrijke functies en als jij goed voor je darm zorgt, dan is de kans groot dat zij dat ook voor jou doet. 

Voeding speelt een belangrijke rol bij het goed onderhouden van je darm en darmwerking. Laten we daarom eens kijken naar mijn top 5 van darmvoeding.

Bottenbouillon: een echte basis voor je darm

Voor mij is bouillon die je zelf hebt getrokken van botten en minimaal 8 uur zachtjes hebt laten trekken een must als je het hebt over het langdurig goed zorgen voor je darm. Voor langere tijd elke dag een kopje bottenbouillon drinken kan echt wonderen doen. 

Bottenbouillon is rijk aan glutamine, proline, collageen en gelatine. Dat zijn bouwstoffen om je darmwand en darmslijmvlies goed te onderhouden. Als je darmwand en -slijmvlies goed op orde zijn, dan is de beschermfunctie van de darm optimaal. Dan is het voor potentieel ziekmakende beesten (virussen, bacteriën, schimmels en parasieten) veel moeilijker om voet aan de grond te krijgen.

Oesters: goed voor de darmwand

Oké, misschien zijn oesters geen dagelijkse kost voor je. Voor mij in ieder geval niet. Toch zijn oesters, maar ook andere zeevis en algen, belangrijk voor je darmen en horen ze thuis in mijn top 5. Ze bevatten zink en dat is een belangrijk mineraal om de darmwand cellen goed tegen elkaar aan te laten zitten. Dit zorgt voor een betere bescherming tegen indringers van buitenaf.

Knoflook: houdt de foute beesten in de darm onder controle

In de darm wonen allerlei bacteriën, die vormen jouw unieke microbioom. Samen met de darmwand en het darmslijmvlies zorgen de bacteriën ervoor dat foute beesten (virussen, bacteriën, schimmels en parasieten) zo min mogelijk kans hebben. Het darmmicrobioom is dus super belangrijk.

Knoflook bevat allicine. Dat is een stof die sterk antimicrobieel is. Knoflook kan zo helpen om foute bacteriën uit de darm te weren en de balans tussen de goede en de foute beestjes te herstellen. Knoflook bevat ook diallyl sulfide dat kan helpen tegen darmparasieten.

Witlof: hier smullen je darmbeestjes van

Je darmmicrobioom speelt een hele belangrijke rol bij het gezond houden van je darm. Zolang dit microbioom het fijn heeft in jouw darm, zal het zich blijven voortplanten en hun werk kunnen doen. Het is dus zaak om deze blije darmbewoners goed te eten te geven. Dat doe je met prebiotische voeding. Een van de meest geweldige prebiotische voeding is wat mij betreft witlof.

Prebiotische voedingsmiddelen zijn groenten waar je echt op moet kauwen. Naast witlof kun je dan denken aan knollen, wortelen, bladgroenten en artisjokken. Maar ook allerlei verschillende soorten paddenstoelen horen in dit rijtje zeker thuis. 

Echte zuurkool: zo vul je het microbioom in de darm aan

Via de voeding kun je er ook voor zorgen dat er steeds een gezonde aanwas is van darmbeestjes. Met name door het eten van gefermenteerde voeding zoals echte zuurkool. Ik bedoel dan zuurkool die niet gepasteuriseerd is. Pasteurisatie doodt de microben en dan heb je er niks meer aan. Gelukkig kun je zuurkool echt heel simpel zelf maken. 

Wil je na het lezen van deze blog meer weten over hoe je je darm gezond kunt houden? Download dan mijn gratis e-book Gezonde darmen.

Dat kun je hier doen: https://www.vanappeltotzeekraal.nl/gezonde-darmen/

Disclaimer: De inhoud van deze blogpost geeft mijn persoonlijke visie op een gezonde leefstijl weer en is uitdrukkelijk niet bedoeld als individueel advies aan jou als lezer noch als vervanging van begeleiding door een therapeut of arts. Het veranderen van je voedingspatroon of leefstijl vraagt namelijk om deskundige begeleiding, zeker als je gezondheidsklachten hebt of in verwachting bent. Neem bij gezondheidsklachten of zwangerschap daarom altijd contact op met je huisarts en/of vind een deskundig therapeut, arts of diëtist om je te begeleiden bij veranderingen in je eetpatroon. De lezer wordt ook gewezen op de van toepassing zijnde algemene disclaimer die hier te lezen is.

Hoe je meer groenten kunt eten en waarom je dat zou willen

Hoeveel groenten moeten we eigenlijk elke dag eten? Die vraag stel ik heel vaak aan de deelnemers van webinars of workshops die ik geef. Meestal krijg ik antwoorden die liggen tussen 200 tot 500 gram per dag. Het voedingscentrum adviseert op dit moment, dat volwassenen minimaal 250 gram groenten per dag moeten eten. Als je het mij vraagt is dit aantal ver onder de behoefte die het lichaam heeft. Hoe zit dat en hoe kun je meer groenten eten simpel oplossen?

Groenten geven belangrijke bouwstoffen voor het lijf

Groenten bevatten vitamines en mineralen. Dit zijn enorm waardevolle voedingsstoffen voor je lichaam. Zonder voldoende vitamines en mineralen kun je niet optimaal presteren. Als je bijvoorbeeld denkt aan het maken van energie, dan heb je daar onder andere B vitamines en het mineraal magnesium voor nodig. Zonder deze bouwstoffen lukt het niet. Wil je je huid en gewrichten een beetje op orde houden, dan is onder andere vitamine C nodig. Vitamine D is handig voor het immuunsysteem en het mineraal calcium voor de botten. Zo kan ik nog wel even doorgaan, maar je hebt een idee nu toch?

Groenten houden je microbioom gezond

Naast vitamines en mineralen bevatten groenten ook gezonde vezels. Vezels zorgen er onder andere voor dat je langer verzadigd bent, ze remmen de stijging van de bloedsuikerspiegel na het eten en zijn ontzettend belangrijk om je darmmicrobioom (je darmflora) gezond te houden. Vezels zijn voeding voor je darmbeestjes en zonder voeding vaart niemand wel, dus ook zij niet.

Je darmflora helpt om jou gezond te houden

Dat darmmicrobioom zorgt er onder andere voor dat je darmwand gezond is. Dit geeft een betere bescherming tegen virussen, bacteriën en andere pathogenen waar je ziek van kunt worden. Dat je darmflora op orde is, is daarmee heel belangrijk dus! 

Een gezond microbioom produceert ook van alles waar jij heel blij van wordt. Zo zorgt het ervoor dat er energie wordt gemaakt. Energie voor de darm, maar ook energie voor jou. Het microbioom maakt ook allerlei hormonen en andere communicatiestoffen. Denk bijvoorbeeld aan de neurotransmitter serotonine. Serotonine is een communicatiestof voor de hersenen. Het zorgt ervoor dat je lekker in je vel zit, maar het is ook een stof waaruit het lichaam het slaaphormoon melatonine kan maken. Onvoldoende serotonine betekent onvoldoende melatonine en het gevolg is dat jij last krijgt met inslapen of doorslapen.

Hoeveel groenten moet je per dag eten?

En dan nu de ‘hamvraag’: hoeveel groenten moet je dan eigenlijk per dag eten? Schrik niet, maar op dit moment denkt men dat voor een gezond microbioom toch zeker 750 tot 1.000 gram groenten per persoon per dag nodig is. Dat is dus zo ongeveer een kilo!! Als ik dat mijn klanten vertel, dan zie ik meestal de schrik om het hart slaan. Je ziet ze denken: ‘Maar dat is toch onmogelijk?’. En dat snap ik helemaal. De meeste mensen eten alleen bij hun avondeten groenten en dan gaat het inderdaad niet lukken.

Hoe je meer groenten in je menu krijgt

De oplossing ligt er dus in, dat je ook op andere eetmomenten iets met groenten gaat doen. Bijvoorbeeld een salade tussen de middag in plaats van alleen een boterham met kaas. Maar wat denk je van groenten bij je ontbijt? Misschien heb je dat nog nooit overwogen als optie. Toch kan dat makkelijk. Je kunt een eitje roerbakken en daar wat groenten bij doen: tomaatjes, worteltjes, courgette, bietjes, een restje salade van de dag ervoor. Doe er een halve avocado bij en je bent spekkoper! Niet alleen een heerlijk ontbijt met groenten, maar ook een ontbijt waar je waarschijnlijk veel langer energie van hebt dan van een traditioneel ontbijt met granen en of zuivel.

Je kunt ook een groentebrood bakken en daar een paar plakken van eten als ontbijt. Hoe makkelijk wil je het hebben? Of je maakt een ontbijt frittata en eet daar een stuk van in de ochtend.

Groenten kunnen ook een heerlijke basis zijn voor een toetje, bijvoorbeeld mijn rabarbertaartje. En je kunt groenten ook verstoppen in een brownie, ja heus! Ik maak deze brownie graag voor verjaardagen of als ik visite krijg en meestal is hij op voor ik er erg in heb. Als ik dan vertel dat er groenten in zitten, dan geloven ze dat meestal niet eens omdat hij zo smaakt naar het origineel met granen. 

Op deze manier krijg je zonder al teveel moeite en op een lekkere manier veel meer groenten in je menu en is die 750 gram tot 1 kilo ineens wel haalbaar.

Kun je hier iets mee? Laat je dan onder deze post een berichtje achter?

Disclaimer: De inhoud van deze blogpost geeft mijn persoonlijke visie op een gezonde leefstijl weer en is uitdrukkelijk niet bedoeld als individueel advies aan jou als lezer noch als vervanging van begeleiding door een therapeut of arts. Het veranderen van je voedingspatroon of leefstijl vraagt namelijk om deskundige begeleiding, zeker als je gezondheidsklachten hebt of in verwachting bent. Neem bij gezondheidsklachten of zwangerschap daarom altijd contact op met je huisarts en/of vind een deskundig therapeut, arts of diëtist om je te begeleiden bij veranderingen in je eetpatroon. De lezer wordt ook gewezen op de van toepassing zijnde algemene disclaimer die hier te lezen is.

Waarom je beter geen fruitontbijt neemt

In mijn praktijk hoor ik regelmatig, dat vrouwen de dag beginnen met een fruitontbijt. Ze willen de dag namelijk goed beginnen en fruit is gezond, zo is de gedachte. Het zit immers barstensvol met vitamines en gezonde vezels. De gedachte dat een fruitontbijt daarmee een goed idee is snap ik daarom wel. Toch is dat niet zo. 

Fruit is gezond

Fruit is inderdaad gezond. Het bevat naast vitamines en allerlei verschillende soorten vezels ook bioactieve plantstoffen. Dat zijn de stoffen die fruit (en groenten ook) hun kleur geven. Het zijn stoffen die de plant helpen gezond te zijn en die ook voor mensen helpend kunnen zijn. Er worden steeds meer bioactieve plantstoffen ontdekt en onderzocht op hun mogelijke gezondheidseffecten voor mensen.

Maar fruit bevat ook veel fruitsuikers en hoewel het natuurlijke suikers zijn, zijn het in de basis wel gewoon suikers. En die hebben, ongeacht hun oorsprong, allemaal effect op de bloedsuikerspiegel en daar zit het pijnpunt.

Een fruitontbijt laat je bloedsuikerspiegel teveel stijgen

Het eten van suikers, dus ook het eten van fruit, zorgt ervoor dat de hoeveelheid suiker (glucose) in je bloed gaat stijgen. Dat hoort ook zo, want dan kan deze belangrijke bron van energie door het lichaam worden vervoerd naar de cellen die dat nodig hebben. So far, so good.

Nu wil het geval dat de hersenen het niveau van je bloedsuiker nauwlettend in de gaten houden. Een te hoge bloedsuiker en een te lage bloedsuiker is namelijk schadelijk voor het lijf. Daarom geven de hersenen bij een stijging van de hoeveelheid glucose in het bloed een seintje aan de alvleesklier om insuline te maken. Insuline is een hormoon dat de lichaamscellen helpt om de glucose uit het bloed op te nemen. Het gevolg is dat de cellen beschikken over brandstof om energie van te maken en dat de hoeveelheid glucose in het bloed weer gaat dalen.

Het eten van een fruitontbijt zorgt voor een flinke stijging van je bloedsuiker en doet daarmee een fors beroep op je alvleesklier om insuline te maken om de boel in balans te houden.

Schommelingen in je bloedsuiker

Als je regelmatig een fors beroep doet op je alvleesklier om insuline te maken, dan kan dat op enig moment tot gevolg hebben dat de alvleesklier meer insuline gaat maken dan er eigenlijk nodig is om de bloedsuiker te reguleren. Hierdoor wordt er teveel glucose uit het bloed opgenomen in je lichaamscellen en daalt de bloedsuikerspiegel te hard. Hierdoor kan de glucosespiegel in het bloed onder de gewenste ondergrens uitkomen.

Zodra de bloedsuikerspiegel onder deze ondergrens uitkomt, dan geven de hersenen een seintje aan de alvleesklier om een ander hormoon te maken, namelijk glucagon. Dit hormoon zorgt ervoor dat de in het lichaam opgeslagen glucose wordt vrijgegeven aan het bloed. Hierdoor stijgt de bloedsuikerspiegel weer tot het niveau dat de hersenen oké vinden.

Als je je dag begint met een suikerrijk ontbijt, zoals een fruitontbijt of een boterham met jam, dan geef je als het ware een flinke duw tegen het systeem dat je bloedsuikerspiegel moet reguleren. Doe je dat vaker, omdat je eigenlijk je dag altijd wel met een zoet ontbijt begint, dan raakt dat regulatiesysteem uit balans en zorg je er zo voor dat je de hele dag schommelt in de hoeveelheid suiker dat er in je bloed zit. Dat geeft een hoop gedoe en is heel vermoeiend.

Wat is dan wel een goed ontbijt?

Een goed ontbijt is een volwaardig ontbijt. Het bevat niet alleen suikers, maar ook eiwitten en gezonde vetten. Als je graag iets van fruit eet in de ochtend, eet er dan iets bij dat eiwitten en vetten bevat. Een heel simpel voorbeeld is volvette kokosyoghurt en een handje gemengde noten, zaden of pitten. Of je neemt een roerei met wat roergebakken groenten en als toetjes bij dat ontbijt eet je dan een stukje fruit. 

Door het toevoegen van eiwitten en gezonde vetten vertraag je de afgifte van de suikers in het bloed. Hierdoor gaat de bloedsuiker minder snel stijgen en krijgt de alvleesklier de tijd om op het gemakje de boel binnen de normen te houden die de hersenen en het lijf fijn vinden. En jij hebt daar ook baat bij, want je energie wordt stabieler en je hoeft niet elke 2 uur iets te eten om je lekker te blijven voelen.

Heb jij wel elke 2-3 uur iets te eten nodig?

Als jij merkt dat inderdaad elke 2-3 uur iets moet eten omdat je anders niet lekker wordt of chagrijnig. Dan is er waarschijnlijk iets mis met de regulatie van de bloedsuiker. Dat klinkt misschien nog onschuldig, maar op de lange duur is dat echt heel verstorend voor het hele lijf. Het is dus verstandig om daar iets aan te doen.

Wil je dat wel maar weet je niet hoe? Overweeg je om daar hulp bij in te schakelen en lijkt het je wel wat als ik je daarmee help? Meld je dan gerust aan voor een gratis online sessie dan kijk ik met je mee en krijg je meteen ook 2 tips om direct mee aan de slag te gaan.

Meer info en aanmelden kan hier: https://www.vanappeltotzeekraal.nl/gratis-sessie-met-minimaal-2-gouden-tips-speciaal-voor-jou/

Disclaimer: De inhoud van deze blogpost geeft mijn persoonlijke visie op een gezonde leefstijl weer en is uitdrukkelijk niet bedoeld als individueel advies aan jou als lezer noch als vervanging van begeleiding door een therapeut of arts. Het veranderen van je voedingspatroon of leefstijl vraagt namelijk om deskundige begeleiding, zeker als je gezondheidsklachten hebt of in verwachting bent. Neem bij gezondheidsklachten of zwangerschap daarom altijd contact op met je huisarts en/of vind een deskundig therapeut, arts of diëtist om je te begeleiden bij veranderingen in je eetpatroon. De lezer wordt ook gewezen op de van toepassing zijnde algemene disclaimer die hier te lezen is.

Liever geen sapkuur in het voorjaar

Een sapkuur…. elk voorjaar opnieuw komen er op social media talloze posts voorbij die je aanzetten om dit te gaan doen. Het wordt verkocht als reiniging voor je lijf. Dat sluit natuurlijk heel goed aan bij de tijd van het jaar. In het voorjaar krijgen veel mensen immers zin om de boel eens lekker op te schonen. Het huis wordt gelucht en grondig onder handen genomen. Oude spullen weggegooid en alles eens goed gewassen en gesopt. Ik moet zeggen dat ik dat zelf ook een heerlijk voorjaarsritueel vind. Het ruimt zo heerlijk op in mijn hoofd.

De stap naar detoxen om je lichaam eens goed op te schonen en klaar te maken voor een nieuw seizoen is dan voor velen ook zo gemaakt. En detoxen van je lijf is een slim idee. We staan de hele dag door bloot aan allerlei giftige stoffen en je daarvan ontdoen is fijn voor je lijf. Helaas zie en hoor ik nog teveel mensen in mijn omgeving die om te detoxen een sapkuur gaan doen en dat vind ik niet zo’n geweldig plan.

Een sapkuur is niet verstandig

Bij sapvasten, want zo wordt een sapkuur doen ook wel genoemd, neem je voor een bepaalde periode (vaak een aantal dagen tot een week) geen vast voedsel. Je neemt alleen voedsel in de vorm van een sapje. Dat kan een fruitsapje, een groentesapje of een combinatie daarvan zijn. Sapvasten is wat mij betreft problematisch om verschillende redenen.

Vloeibare voeding is lastiger te verteren

Bij een sapkuur stop je met vast voedsel. Een belangrijke stap voor je spijsvertering is echter het feit dat jij op je eten kauwt. Kauwen is een signaal voor je lichaam dat er voedsel aankomt. Het lijf gaat zich daar dan op voorbereiden. Dat doet het door onder andere maagzuur te produceren en spijsverteringsenzymen te maken. Bij een sapkuur is kauwen niet nodig en mis je deze stap. Hierdoor heeft je spijsvertering geen idee dat er voedsel aankomt. Je lichaam is er dus niet klaar voor en wordt overvallen door een plotselinge stroom van vloeibaar voedsel. Niet elk lijf kan hier lekker soepel mee om. Klachten zoals diarree en honger kunnen het gevolg zijn.

Sappen kunnen je bloedsuikerspiegel ontregelen

Om een sapje te maken wordt de voeding in een slowjuicer of blender kapot gemaakt. Dit zorgt ervoor dat de suikers die in de groenten en fruit opgeslagen zitten vrijkomen. Zo komen ze veel sneller in jouw bloedbaan dan bij voedsel dat je eerst zelf in je mond en spijsverteringskanaal kapot moet maken (met je kiezen, je maagzuur en je spijsverteringsenzymen). Het gevolg is gedoe in je bloedsuikerspiegel. Hoofdpijn, trillerigheid, vermoeidheid en hongergevoelens zijn een mogelijke uitkomst.

Een sapkuur is zwaar voor de lever

Iets anders is, dat bij een sapkuur meestal ook minder calorieën worden genuttigd dan normaal. Het gevolg is dat je iets gaat afvallen. Je lichaam gaat de vetreserves aanspreken om energie uit te maken. En daar zit nu net de crux. In die vetcellen liggen namelijk ook gifstoffen opgeslagen die dan vrijkomen.

Gifstoffen die wij in ons dagelijks leven binnenkrijgen moeten door de lever worden afgebroken. Na afbraak verlaten ze via de ontlasting en urine het lichaam. Als de lever een gifstof krijgt aangeboden die het niet goed kan verwerken, wat regelmatig voorkomt, dan kan die stof het lichaam niet verlaten. Het beste dat je er dan mee kunt doen, is het ergens opslaan waar het het minste kwaad kan. En dat is je vetweefsel. Dit soort gifstoffen worden dus door de lever naar het vetweefsel gestuurd om daar opgeslagen te worden. 

Als je gaat sapvasten, dan worden vetcellen afgebroken en gifstoffen die in die vetcellen lagen opgeslagen komen de bloedbaan in. Ze worden opnieuw aangeboden aan de lever maar die kon ze de eerste keer al niet verwerken dus dat zal nu mogelijk ook niet zo best lukken. Het probleem is alleen nu, dat de lever deze gifstoffen niet naar je vetcellen kan sturen, omdat deze vetcellen worden afgebroken om energie van te maken. Vetcellen die in de modus ‘afbraak’ staan, kunnen geen stoffen opnemen. Een veelvoorkomende klacht is in dat geval hoofdpijn en soms ook pijn in de rechter bovenbuik.

Een gezondere manier van detoxen

Dat het gezond is om je lichaam te helpen beter te kunnen ontgiften staat wat mij betreft als een paal boven water, maar hoe doe je dat dan op een fijnere manier?

Een van de dingen die je kunt doen is dagelijks eten in een ritme wat ze in het Engels ‘feast – famine’ noemen. Dat betekent dat je een korte periode vast en daarna een uitgebreide maaltijd neemt. Het gevolg is dat je lichaam gaat ontgiften en dat je nadat je weer gegeten hebt deze afvalstoffen gaat uitscheiden. Een concreet voorbeeld van hoe je dit kunt doen is minimaal 13 uur niets eten na je laatste maaltijd van de dag en de dag erop een flink, verlaat ontbijt nemen.

Iets anders is dat je overdag meer kunt gaan bewegen. Beweging is hét middel om te ontgiften en gifstoffen te transporteren in je lijf richting de uitgang. Veel mensen bewegen te weinig of te laat (na het avondeten). Je lijf snapt het veel beter als je wat meer beweegt en dat overdag doet.

Je kunt ook een korte periode (maximaal 6 weken) vegetarisch eten om je lichaam te helpen met de ontgifting. En natuurlijk helpt het als je oplet dat je niet teveel gifstoffen in je leefomgeving hebt. Dus eet biologisch, eet en drink niet uit plastic, kijk eens wat er in je cosmetica zit en in de schoonmaakmiddelen die je dagelijks gebruikt.

Het voorjaar als nieuwe start

Is het voorjaar ook voor jou een nieuwe start? En wil je nu eindelijk wel eens aan de slag met je voeding en leefstijl om te zien of klachten waar je eigenlijk al jaren mee rondloopt minder kunnen worden daardoor? Meld je dan gerust aan voor een gratis online sessie dan kijk ik met je mee en krijg je meteen ook 2 tips om direct mee aan de slag te gaan.

Meer info en aanmelden kan hier: https://www.vanappeltotzeekraal.nl/gratis-sessie-met-minimaal-2-gouden-tips-speciaal-voor-jou/

Disclaimer: De inhoud van deze blogpost geeft mijn persoonlijke visie op een gezonde leefstijl weer en is uitdrukkelijk niet bedoeld als individueel advies aan jou als lezer noch als vervanging van begeleiding door een therapeut of arts. Het veranderen van je voedingspatroon of leefstijl vraagt namelijk om deskundige begeleiding, zeker als je gezondheidsklachten hebt of in verwachting bent. Neem bij gezondheidsklachten of zwangerschap daarom altijd contact op met je huisarts en/of vind een deskundig therapeut, arts of diëtist om je te begeleiden bij veranderingen in je eetpatroon. De lezer wordt ook gewezen op de van toepassing zijnde algemene disclaimer die hier te lezen is.

3 redenen om geen vegetarische vleesvervangers te eten

Steeds vaker hoor ik om me heen dat mensen minder vlees willen eten en meer vegetarisch willen eten. In de basis vind ik dat een goede gedachte. Regelmatig een vegetarische maaltijd eten vind ik een goed idee. Regelmatig vegetarische vleesvervangers eten niet.

Lekker veel groenten eten en die de hoofdrol in je menu geven is ongelooflijk goed voor je gezondheid. Het zorgt voor minder verzuring in je lijf. Je krijgt er meer goede vezels mee binnen en natuurlijk vitamines, mineralen en allerlei bio-actieve plantstoffen. Die laatste zijn heel ondersteunend aan je gezondheid. Bovendien nodigt een bord vol groenten in allerlei kleuren ook enorm uit om van te eten.

Vlees is wat mij betreft dus zeker geen ‘must’. Sterker nog, er zijn best wat onderzoeken die aantonen dat het eten van vlees niet altijd bijdraagt aan je gezondheid op de lange termijn. Met dat in het achterhoofd lijkt het een goed idee om regelmatig een vegetarische vleesvervanger te eten. Toch zou ik dat afraden en wel hierom.

Vegetarische vleesvervangers zijn slecht voor je darmen

Veel vegetarisch vleesvervangers zijn gemaakt van producten die je darmen irriteren of beschadigen. Ze worden namelijk gemaakt van:

  • glutenhoudende granen (tarwe, spelt, maïs)
  • peulvruchten (erwten, linzen)
  • sojaproducten (tofu, sojabonen)
  • zuivel

Gluten en zuivelproducten beschadigen de darmwand en zorgen dat deze verhoogd doorlaatbaar wordt. Dat is een slecht idee, want dit vermindert je bescherming tegen de boze buitenwereld. Allerlei gedoe ligt dan op de loer (infecties, voedingsintoleranties, chronische ontstekingen).

Peulvruchten bevatten lectines. Die irriteren de darmwand. Een geïrriteerde darmwand gaat ontsteken en dat geeft schade en dus een afgenomen bescherming. Soja bevat saponines. Dat zijn zeepstoffen. Aangezien je darmwand gemaakt is van vetten, is het eten van soja niet zo gelukkig. Want wat doet een beetje zeepsop met je vette afwas….? Juist: oplossen. En je darmwand wil je niet oplossen, geloof me.

Vegetarische alternatieven voor vlees zijn suikerbommen

Een andere reden waarom vegetarische vleesvervangers niet zo goed zijn voor je darmen, is dat het echte suikerbommen zijn. Tarwe, spelt, haver, linzen, erwten, maïs en aardappelmeel zijn veel voorkomende producten waarvan deze vleesvervangers worden gemaakt. Deze voedingsmiddelen zijn heel rijk aan suikers. Gemiddeld bevatten vegetarische vleesvervangers zo ongeveer 23% koolhydraten, dat zijn de suikers dus. Op de verpakking heeft de fabrikant heel gezellig nog een onderscheid gemaakt tussen koolhydraten en suikers, maar dat onderscheid is kunstmatig. Koolhydraten zijn ook suikers. En een vleesvervanger eet je niet voor de koolhydraten (suikers) maar voor de eiwitten, toch?

Vegetarische vleesvervangers bevatten onvoldoende eiwitten

Als je kijkt naar de hoeveelheid eiwitten die er in vegetarische vleesvervangers zitten, dan schrik je je rot. Een schamele 6,7 gram eiwit zit er gemiddeld in per 100 gram. Om je een idee te geven: in vlees zit ongeveer 25 gram eiwit per 100 gram.

Er zijn wel plantaardige vleesvervangers die dit laatste gehalte aan eiwitten halen. Maar voor je nu denkt: “Oh gelukkig, dan neem ik voortaan die.”…. dit zijn de vleesvervangers die voornamelijk bestaan uit soja-eiwit, seitan (dat zijn pure gluten!) of gehydrateerd erwten-eiwit. Als je dit soort producten eet, dan maak je het je darm wel heel erg lastig om goed voor jouw afweer en bescherming te zorgen. Zeker seitan zou je onder alle omstandigheden moeten vermijden.

En dan heb ik het nog niet over het feit dat plantaardige eiwitten voor heel veel mensen vrij lastig te verteren zijn. Als je de eiwitten die je eet niet verteert, dan heb je er niks aan. Onverteerde eiwitten kun je namelijk niet opnemen in je lijf om te gebruiken. 

Bovendien moet je bij eiwitten ook letten op de samenstelling van de aminozuren die erin zitten. Aminozuren zijn de bouwstoffen waarvan eiwitten zijn gemaakt en die het lichaam gebruikt om bijvoorbeeld dingen te herstellen of om bepaalde hormonen van te maken. Daarvan is er een groot aantal essentieel voor de mens. Dat betekent dat je ze moet eten. De meeste plantaardige vleesvervangers bevatten niet alle aminozuren die je nodig hebt. Is dat voor een keertje heel erg? Nee, natuurlijk niet. Is dat erg als je dat standaard 3x per week doet? Ik denk het wel.

Verantwoord je vlees vervangen, dat kan!

Maar als ik dan geen vlees moet of wil eten, zijn er dan helemaal geen verantwoorde vleesvervangers? Zeker wel. Wat denk je van vis? Of gevogelte. Een eitje? Allemaal heel makkelijk te verteren. Bovendien bevatten ze alle aminozuren die je nodig hebt. Ook fijn. En dan neem je daar een flinke portie van allerlei soorten groenten bij. Zo heb je de voordelen van beide werelden: de dierlijke en de plantaardige.

Darm- en spijsverteringsklachten?

Vegetarische vleesvervangers kunnen voor een hoop spijsverterings- en darmgedoe zorgen. Dat geeft bijvoorbeeld maagzuurklachten, opgeblazen gevoel, darmgeborrel en gedoe en slechte ontlasting. Heb jij hier ook last van en wil je daar wel vanaf?

Daar kan ik je mee helpen. Meld je aan voor een gratis Zicht op herstel sessie en ik laat je zien hoe dat eruit ziet.

Meer weten en aanmelden kan hier: https://www.vanappeltotzeekraal.nl/gratis-zicht-op-herstelsessie/

Disclaimer: De inhoud van deze blogpost geeft mijn persoonlijke visie op een gezonde leefstijl weer en is uitdrukkelijk niet bedoeld als individueel advies aan jou als lezer noch als vervanging van begeleiding door een therapeut of arts. Het veranderen van je voedingspatroon of leefstijl vraagt namelijk om deskundige begeleiding, zeker als je gezondheidsklachten hebt of in verwachting bent. Neem bij gezondheidsklachten of zwangerschap daarom altijd contact op met je huisarts en/of vind een deskundig therapeut, arts of diëtist om je te begeleiden bij veranderingen in je eetpatroon. De lezer wordt ook gewezen op de van toepassing zijnde algemene disclaimer die hier te lezen is.

Voeding voor het immuunsysteem – deel 2

In mijn vorige blog heb ik je bijgepraat over de werking van het immuunsysteem (in hele grote, versimpelde lijnen ;-)). Ik eindig dat blog met de mededeling dat je immuunsysteem behoorlijk wat voedingsstoffen nodig heeft om haar werk goed te kunnen doen. In deze blog ga ik daar dieper op in. Welke voedingsstoffen zijn dat en waar zitten ze in? Wat is een goed voedingspatroon om je immuunfunctie te ondersteunen?

Eiwitten en vetten

Het immuunsysteem gebruikt eiwitten en vetten onder andere om allerlei communicatiestoffen te maken. Deze stoffen moeten de immuunreactie in goede banen leiden. Verder moeten er bij een afweerreactie meer immuuncellen worden gemaakt. Dit vraagt ook om eiwitten en vetten.

Vetten zijn verder belangrijk om de ontstekingsreactie, die altijd gepaard gaat met de immuunreactie, in goede banen te leiden.

De voor dit doel benodigde eiwitten zitten onder andere in vlees, gevogelte, vis, eieren, noten en zaden. De meest interessante vetten in dit verband zijn de visvetzuren EPA en DHA. Die zitten in vette vis zoals haring, paling, wilde zalm, sardines, ansjovis en makreel.

Vitamines ter ondersteuning van het immuunsysteem

Er is ook een aantal vitamines die helpend zijn bij het ondersteunen van een goede afweer. De meest bekende is vitamine D. Vitamine D is in ons land lastig het hele jaar door op een goed niveau te houden. Zeker in de donkere maanden lukt dat niet.

Het is mogelijk om vitamine D uit voeding te halen. Dan moet je vette vis eten of lever(traan). Ook eieren bevatten vitamine D. Helaas zal dat niet voldoende zijn om je vitamine D waarde in het bloed de hele winter op orde te houden. Laat die waarde dus in de dagen voor kerstmis prikken, zodat je heel gericht kunt bepalen of je vitamine D extra moet nemen en zo ja, hoeveel.

Naast vitamine D is ook vitamine A ondersteunend voor je immuunsysteem. De oude vertrouwde levertraan van vroeger, was zo gek nog niet want is rijk aan beide vitamines. Vitamine A zit in eieren, lever, vette vis, oranje en groene groenten en fruit. Dan kun je denken aan wortelen, zoete aardappels, pompoen, boerenkool, spinazie en broccoli. Maar ook aan abrikozen, perziken, papaya, mango, cantaloupe meloen en tomatensap.

Een aantal van de groep B vitamines is ook nodig om onder andere je barrières goed te laten werken. Dat is belangrijk, want wat niet binnenkomt, hoeft het immuunsysteem ook niet buiten te werken. B vitamines zitten in vis, gevogelte, vlees, eieren, groene groenten zoals broccoli, spruiten, spinazie, boerenkool en andere koolsoorten.

Tot slot is natuurlijk vitamine C een oude bekende als het gaat om een goede werking van je immuunsysteem. Voldoende inname van vitamine C is in de literatuur verbonden aan een significant lager risico op luchtweginfecties zoals een gewone verkoudheid. Vitamine C zit in sinaasappels, maar ook in kiwi’s, aardbeien, rode en groene paprika, broccoli en spruiten.

Bepaalde mineralen zijn ook helpend

Een goede werking van je immuunsysteem vraagt ook om bepaalde mineralen. De twee meest bekende zijn zink en selenium. Met name oesters zijn rijk aan zink, maar ik vrees dat de gemiddelde Nederlander die niet wekelijks op het menu heeft staan. Andere bronnen van zink zijn hennepzaad, pompoenpitten, lijnzaad en lever. Ook andere noten en zaden bevatten vaak kleine hoeveelheden zink.

Selenium is ook een interessant mineraal in dit verband. Je vindt dat in allerlei soorten vis (zowel vet als mager), schaal- en schelpdieren, vlees, eieren en vooral in paranoten.

Denk ook aan je darmen

Een veel gehoorde uitspraak is dat je gezondheid in je darm wordt bepaald. En inderdaad, je darmflora speelt een grote rol bij je afweer tegen potentieel ziekmakende beesten. Het is dus ook een goed idee om voldoende groenten en fruit te eten om jouw eigen flora goed te voeden. Alleen dan hebben ze het fijn bij jou en gaan ze zich voortplanten. En dat is wat je wilt. Hoe meer eigen flora, hoe beter de balans in je darm. En ik kan je wel verklappen dat de aanbeveling om minimaal 200 gram groenten te eten echt ondermaats is. Begin eens met een halve kilo per persoon per dag en kijk eens wat dat voor je doet.

Het menu voor je immuunsysteem

Hoe ziet dan dus een voedingspatroon eruit dat je immuunsysteem kan ondersteunen in haar belangrijke taak? Als je het mij vraagt en ik de verschillende wetenschappelijke onderzoeken bekijk, dan kom ik tot het volgende voedingspatroon.

  • Eet elke dag minimaal 500 gram groenten en 2 stuks fruit en varieer daarmee zo uitgebreid als mogelijk.
  • Eet een gematigde hoeveelheid van allerlei soorten noten, zaden en pitten (niet meer dan 2 kleine handjes per dag).
  • Vette vis en ook magere vis en schaal- en schelpdieren moeten minimaal 2-3x per week op tafel komen, liever van de vette vis nog iets meer.
  • Eieren, gevogelte en af en toe een stukje verantwoord vlees passen in een gezond voedingspatroon.
  • Laat allerlei vormen van snelle suikers, junk-food en kunstmatige toevoegingen lekker staan.
  • Eet zo puur en onbewerkt mogelijk. Daar waar mogelijk biologisch om de belasting met gifstoffen te verminderen.

Andere dingen die op je gezonde leefstijl-menu moeten staan, zijn wat mij betreft (en ook in deze volgorde): ontspanning, voldoende nachtrust en gematigd bewegen in de buitenlucht.

Zelf aan de slag?

Heb je na het lezen van dit tweeluik over voeding en je immuunsysteem vragen over hoe je je eigen gezondheid met voeding kunt verbeteren? Heb je al jaren allerlei klachten of een chronische ziekte en wil je voeding inzetten als een van de hulpbronnen om je beter te voelen?

Meld je dan aan voor een gratis Online sessie met mij. Ik stuur je dan wat vragen toe om te beantwoorden, zodat we jouw sessie helemaal kunnen toespitsen op jouw persoonlijke gezondheidssituatie. Na beantwoording daarvan plannen we jouw sessie in.

Aanmelden kan hier: https://www.vanappeltotzeekraal.nl/gratis-sessie-met-minimaal-2-gouden-tips-speciaal-voor-jou/

Of de voedingsstoffen genoemd in deze blog ook helpen om minder risico te hebben op een (ernstige) COVID-19 infectie moet nog onderzocht worden.

Disclaimer: De inhoud van deze blogpost geeft mijn persoonlijke visie op een gezonde leefstijl weer en is uitdrukkelijk niet bedoeld als individueel advies aan jou als lezer noch als vervanging van begeleiding door een therapeut of arts. Het veranderen van je voedingspatroon of leefstijl vraagt namelijk om deskundige begeleiding, zeker als je gezondheidsklachten hebt of in verwachting bent. Neem bij gezondheidsklachten of zwangerschap daarom altijd contact op met je huisarts en/of vind een deskundig therapeut, arts of diëtist om je te begeleiden bij veranderingen in je eetpatroon. De lezer wordt ook gewezen op de van toepassing zijnde algemene disclaimer die hier te lezen is.

Voeding voor je immuunsysteem – deel 1

Bacteriën, virussen, schimmels en parasieten….. het zijn allemaal beesten waar je behoorlijk ziek van kunt worden. Met de huidige pandemie is dat in ieder geval voor de virussen weer even heel erg zichtbaar. Om ons te beschermen tegen dit soort gedoe-gevende beesten hebben wij een ontzettend complex en ingenieus systeem van afweer: ons immuunsysteem.

Maar hoe werkt ons immuunsysteem nu eigenlijk en is er ook specifieke voeding die dit systeem nodig heeft om zo goed mogelijk haar werk te doen? Deze vraag krijg ik sinds het begin van de pandemie steeds vaker. Laten we er daarom eens dieper samen induiken. Omdat er zoveel over te vertellen is, deel ik dit blog op in 2 delen.

In deel 1, die je nu leest, leg ik je iets meer uit over de werking van het immuunsysteem. In deel 2, dat volgende week uitkomt, zoom ik in op de verschillende voedingsstoffen die nodig zijn ter ondersteuning van je immuunsysteem en in welke voeding je die kunt vinden.

Waaruit bestaat het immuunsysteem?

Ons immuunsysteem is een combinatie van cellen en weefsels die samen zorgen voor de afweer tegen ziekmakende beesten. Het bestaat uit heel veel verschillende onderdelen.

De eerste afweer wordt gevormd door wat we je fysieke lichaamsbarrières noemen. Dat zijn onder andere de slijmvliezen in je neus, mond, darm, longen, vagina en urinewegen. Ook in je gewrichten zit vocht dat als barrière werkt tegen ‘gedoe’ van buiten. Het doel van deze barrière is om als een echte grenspost te bepalen wat en wie er wel en niet het lichaam in mag komen. Het is heel belangrijk dat deze barrière goed werkt, want wat niet binnenkomt, hoef je er ook niet uit te werken. Simpel.

Als er dan toch iets is binnengekomen dat je daar liever niet hebt, zoals een virus of bacterie, dan komt een ander deel van je afweersysteem in actie. Meestal is dat je aangeboren immuunsysteem. Dit deel van het immuunsysteem heb je – de naam zegt het al – bij geboorte al. Net als je barrières overigens, daar word je ook mee geboren. Het is een heel snel, maar beetje grofstoffelijk systeem. Vaak heel effectief maar een beetje lomp en het laat vaak wat schade achter in je lijf.

Als het aangeboren immuunsysteem het probleem niet opgelost krijgt, dan roept het de hulp in van het verworven immuunsysteem. Dit deel van je immuunsysteem ontwikkel je als kind gaandeweg doordat je bloot wordt gesteld aan allerlei beesten waar je ziek van wordt. Het verworven immuunsysteem is wat trager, maar veel genuanceerder. Een belangrijk onderdeel van dit systeem is dat het ook een geheugenfunctie heeft. Het slaat dus alle info op die het bij de immuunreactie heeft verzameld, zodat je de volgende keer als dit beest binnenkomt, veel sneller kunt reageren en je er dus niet of veel minder ziek van wordt.

Het aangeboren en het verworven immuunsysteem werken als het goed is fijn samen en zorgen er zo voor dat je zo snel mogelijk weer opknapt en het beest onschadelijk is gemaakt.

Een actief immuunsysteem kost heel veel energie

Als je immuunsysteem actief wordt, dan trekt het gigantisch aan je energievoorraad. Je merkt dat ook omdat je ineens de hele dag gierende honger hebt, zonder dat je daar zelf een aanleiding voor ziet. Je bent dan vaak ook moe en voelt dat er ‘iets’ op de achtergrond aan de hand is.

Als dat ‘iets’ meer tijd vraagt, dan krijg je de behoefte om toch maar in bed te gaan liggen. Plotseling is je honger dan ook weg. Je wilt niet eten en vooral slapen. Op deze manier spaart je lichaam energie uit. Het verteren van eten kost namelijk ook energie, net als het gebruiken van je hersenen. Als het immuunsysteem echt met iets aan de slag moet, dan moet alle beschikbare energie daarheen. Dus: ga maar lekker slapen (lees: verbruik zo min mogelijk energie aan op dat moment minder belangrijke dingen) en eet even niets (lees: verspil geen energie aan het verteren van je eten).

Het immuunsysteem heeft voedingsstoffen nodig

Wil het immuunsysteem zo goed mogelijk haar werk kunnen doen, dan heeft ze daarvoor niet alleen energie nodig, maar ook allerlei voedingsstoffen.

De energie voor het immuunsysteem moet komen uit glucose, eiwitten en vetten. Die kun je uit je eten halen, maar in je lichaam heb je hiervan ook behoorlijke voorraden opgeslagen (in je vetweefsel en in en om je spierweefsel). Als je echt ziek in bed ligt, dan gebruikt het immuunsysteem vooral glucose als energiebron. Het lijf spreekt dan je voorraden aan. Ook je voorraden eiwitten (lees: je spieren) worden dan aangesproken (lees: afgebroken) om glucose uit te maken voor het immuunsysteem.

De voedingsstoffen die het immuunsysteem nodig heeft om goed te kunnen werken, zijn (ook weer) eiwitten en vetten. Daarnaast zijn verschillende vitamines en mineralen nodig. De eiwitten en vetten zijn bijvoorbeeld nodig om meer immuuncellen te kunnen maken. Ook zijn ze nodig om de communicatiestoffen te maken die de verschillende immuuncellen gebruiken bij de afweerreactie. Allerlei immuuncellen werken in een immuunreactie namelijk samen. Om die samenwerking goed te laten verlopen is het wel fijn als ze een beetje met elkaar praten. Elkaar vertellen wat er aan de hand is, wat ze aan het doen zijn en wat ze nodig hebben. Een beetje teamwork dus. Daar zijn eiwitten en vetten voor nodig.

Vitamines en mineralen zijn nodig als hulpstoffen in dit proces. Welke dat zijn en wat gezonde voeding ter ondersteuning van je immuunsysteem is, lees je in deel 2 van dit blog. Dat volgt volgende week. Wil je er zeker van zijn dat je die ook ontvangt? Meld je dan aan om elke week mijn blog te ontvangen.

Dat kun je hier doen: https://www.vanappeltotzeekraal.nl/aanmelden-voor-meer-inspiratie/

Disclaimer: De inhoud van deze blogpost geeft mijn persoonlijke visie op een gezonde leefstijl weer en is uitdrukkelijk niet bedoeld als individueel advies aan jou als lezer noch als vervanging van begeleiding door een therapeut of arts. Het veranderen van je voedingspatroon of leefstijl vraagt namelijk om deskundige begeleiding, zeker als je gezondheidsklachten hebt of in verwachting bent. Neem bij gezondheidsklachten of zwangerschap daarom altijd contact op met je huisarts en/of vind een deskundig therapeut, arts of diëtist om je te begeleiden bij veranderingen in je eetpatroon. De lezer wordt ook gewezen op de van toepassing zijnde algemene disclaimer die hier te lezen is.

Zin in zoet

Iets zoets…… hoe lekker is dat? Heel veel mensen zijn er – zonder dat je hun arm ervoor om hoeft te draaien – wel voor te porren. En ook best wel op nagenoeg elk moment van de dag. Verontschuldigend zeggen ze van zichzelf dat ze nu eenmaal een echte zoetekauw zijn. Of dat werkelijk zo is, waag ik te betwijfelen.

Een van de meest voorkomende vragen in mijn praktijk gaat dan ook over deze zoetbehoefte. Hoe kun je daaraan nou het beste gehoor geven? Of mag je nooit meer iets zoets als je je gezondheid probeert te verbeteren met voeding? Om die vraag te beantwoorden, moet je wat mij betreft eerst duidelijk hebben waarom je een zoetbehoefte hebt op het moment dat hij opkomt.

Zoetbehoefte als hongersignaal

De klanten die dit soort vragen stellen over iets zoets, zijn over het algemeen de klanten die bij mij binnen kwamen met een standaard Westers voedingspatroon. Daarmee bedoel ik dat hun voeding zwaar leunt op granen (brood, muesli, cruesli, pasta, rijst, noodles etc) en zuivel (yoghurt, kaas, room) aangevuld met fruit en een (vaak beperkte) portie groenten. Er wordt beperkt iets van vlees of kip gegeten en soms ook wel eens een visje.

Als je dit voedingspatroon gebruikt, dan haal je je energie voornamelijk uit suikers. Die komen dan vooral uit de granen en het fruit. Suikers zijn snel verteerd, dus je hebt al redelijk vlot na de maaltijd weer behoefte aan nieuwe energie. Meestal zo na een uurtje of 2 à 3. En omdat je gewend bent om je energie vooral uit suikers te halen, ontstaat een zoetbehoefte als hongersignaal.

Deze zoetbehoefte is dus een signaal dat je te weinig volwaardige voeding hebt gegeten in je laatste maaltijd.

Zoetbehoefte als gewoonte

Ik krijg ook regelmatig van mijn klanten te horen dat hun zoetbehoefte vooral een gewoonte is. Ze zijn gewend om bijvoorbeeld een koekje bij de thee te nemen of een bakje vla na de avondmaaltijd. Als ik dan adviseer om dat weg te laten, dan is dat even wennen en hebben ze het gevoel iets te missen. Iets gezelligs vooral. En dat snap ik.

Zoetbehoefte als behoefte aan beloning

Een andere vorm van zoetbehoefte is de behoefte aan beloning. Je hebt hard gewerkt of een moeilijk gesprek gevoerd en je hebt daarom wel een koek verdiend of een bonbon. Deze vorm van zoetbehoefte heeft alles te maken met je beloningssysteem. Daarin speelt dopamine een belangrijke rol.

Dopamine is een communicatiestof in je hersenen. Hij zorgt onder andere voor je drive, voor actie. Hij is betrokken bij het zoeken naar en vinden van oplossingen. Het vinden van de oplossing is dan de beloning. Dopamine laat het je hersenen weten als je die oplossing gevonden hebt. In reactie hierop gaan de hersenen endorfines produceren. Endorfines geven jou het voldane gevoel van de beloning.

Het dopaminesysteem draait in onze Westerse manier van leven overuren. Je hebt er al snel meer van nodig. En dan ontstaat dus deze vorm van zoetbehoefte. Vooral donkere chocolade bevat veel dopamine. Die bonbon als beloning is dus heel logisch voor het lijf. Je geeft je lijf het signaal dat de oplossing is gevonden. Alleen die suikers zijn een beetje jammer….

Je zoetbehoefte op een gezondere manier bevredigen

Betekent dit alles nu dat je nooit meer iets zoets mag eten als je met gezonde voeding aan de slag gaat? Zeker niet! Wat wel belangrijk is, is dat je even stilstaat bij het waarom van je zoetbehoefte voordat je deze bevredigd door iets zoets in je mond te stoppen.

Is het honger? Dan moet je de volgende keer bij de maaltijd meer gezonde vetten en eiwitten eten en iets minder granen en zuivel.

Is het een gewoonte? Kijk dan eens of je die ook op een andere manier kunt invullen. Een koekje bij de thee omdat het zo gezellig is, kun je ook vervangen door iets anders dat je gezellig vindt. Bijvoorbeeld je favoriete muziek even opzetten en daar echt even alle aandacht voor hebben. Of samen met je partner of gezin een spelletje doen terwijl je thee drinkt (en geen koekje eet).

Heeft je zoetbehoefte vooral met beloning te maken? Vraag jezelf dan eens af of je niet teveel van jezelf vergt? Waar heb je nou echt behoefte aan? Is het meer rust? Naar het bos gaan of op tijd naar bed? Wat heb je nu echt nodig?

Gezond(er) snoepen

Wil je nou echt gewoon graag eens een keer iets zoets eten? Gewoon omdat het lekker is en het gezellig is als je uitgebreid getafeld hebt? Dan neem je iets dat zoet is, maar ook nog vol zit met volwaardige voeding. Iets dat ook gezonde vetten in zich heeft, zodat je lijf veel minder last heeft van die suikers. En als je dat zoets dan ook nog eens aansluitend aan een van je maaltijden neemt, dan ben je helemaal spekkoper! Je bloedsuikerspiegel, insulinehuishouding en je energiehuishouding zijn je oprecht dankbaar als je dat doet.

Wat denk je van een stukje zoete aardappel brownie bij de thee of blauwe bessen vulkaantjes als toetje? Of een stukje appeltaart zonder granen omdat je iets te vieren hebt?

Met succes je voeding aanpassen

Wil jij meer weten over hoe je met succes je voeding aanpast? Download dan mijn gratis e-book ‘3 tips om met succes je voeding aan te passen’ compleet met een lijst met voeding die allemaal past binnen de orthomoleculaire / kPNI aanpak.

Aanmelden om het e-book te downloaden doe je hier: https://www.vanappeltotzeekraal.nl/3-tips-om-met-succes-je-voeding-aan-te-passen/

Disclaimer: De inhoud van deze blogpost geeft mijn persoonlijke visie op een gezonde leefstijl weer en is uitdrukkelijk niet bedoeld als individueel advies aan jou als lezer noch als vervanging van begeleiding door een therapeut of arts. Het veranderen van je voedingspatroon of leefstijl vraagt namelijk om deskundige begeleiding, zeker als je gezondheidsklachten hebt of in verwachting bent. Neem bij gezondheidsklachten of zwangerschap daarom altijd contact op met je huisarts en/of vind een deskundig therapeut, arts of diëtist om je te begeleiden bij veranderingen in je eetpatroon. De lezer wordt ook gewezen op de van toepassing zijnde algemene disclaimer die hier te lezen is.

Ontbijten zonder granen en zuivel

Voor veel van mijn klanten is het aanpassen van hun ontbijt het meest lastig. Vaak ontbijten ze al jaren elke ochtend zo ongeveer op dezelfde manier en veelal is dat een boterham met beleg of iets met zuivel. En als ze dan over moeten schakelen naar een ontbijt waarin dat allebei niet in zit, dan snap ik heel goed dat je dan even achter je oren moet krabben.

Er zijn alleen heel veel mogelijkheden als je even uit je bubbel van de boterham of de yoghurt stapt en daarover wil ik het met je hebben in deze blog. Want zodra je afstapt van het gedachtegoed dat ontbijten hetzelfde is als een boterham met kaas of een bakje yoghurt met muesli, dan gaat er een wereld voor je open.

Brood zonder granen

In de winkel kun je verschillende glutenvrije broodvarianten of -mixen kopen. Je zou denken dat dit een geweldig alternatief is voor je oude vertrouwde boterham. En dat is het vaak ook qua smaak en textuur. Maar als je kijkt naar wat je dan eet, dan ben je wat mij betreft niet zoveel opgeschoten. Het is alleen duurder geworden en je lijf heeft er niks mee gewonnen.

Veel van die broden en mixen zijn namelijk gemaakt met maïszetmeel. In maïs zit een eiwit dat zo erg lijkt op gluten, dat je lijf het verschil nauwelijks merkt. Het is dus niet echt glutenvrij. Daarnaast zijn dit soort broden en mixen vaak rijk aan rijstzetmeel (een graan, dat vaak arsenicum bevat) en aardappelzetmeel. En al dat zetmeel voedt de darmflora die je liever niet teveel hebt en zorgt daarnaast meteen voor gedoe in je bloedsuikerspiegel. Een slecht idee dus die winkel-alternatieven.

Wat je wel kunt doen is zelf een alternatief brood maken van kokosmeel, amandelmeel en eventueel een beetje boekweitmeel. Als je er dan ook nog wat groenten aan toevoegt, dan sla je twee vliegen in één klap. Je hebt iets dat lijkt op brood en kan worden belegd zoals de oude vertrouwde boterham dat kan. Bovendien geef je goede vezels voor je darm mee in de vorm van de groenten en de kokosmeel. En als je iets maakt met amandelmeel dan heb je mooie vetten in je brood die zorgen voor een stabiele bloedsuiker en energieniveau.

Probeer mijn pompoenfocaccia eens of mijn groentebrood.

Yoghurt zonder zuivel

De tijd dat je voor yoghurt afhankelijk was van zuivel is echt wel voorbij. Je kunt van allerlei soorten plantaardige ‘melk’ yoghurt maken en zelfs in de winkel kopen. Zelf word ik heel blij van kokosyoghurt en dat kun je heel makkelijk zelf maken.

Als je er dan iets van fruit bij doet en wat gemengde (in de oven) geroosterde noten en misschien nog wat zaden dan heb je een heerlijk en voedend ontbijt. Door meer eiwitten en vetten in je ontbijt te doen, begin je de dag met een stabiele bloedsuikerspiegel. Dat geeft rust in het lijf en energie voor jou.

Ontbijten met groenten en eiwitten

Een ontbijt zonder iets dat lijkt op een boterham of yoghurt, is een ontbijt waarin je gewoon iets van groenten en eiwitten eet. Liefst aangevuld met wat gezonde vetten voor voldoende energie. Dus maak eens een roerei van 2 tot 3 eieren, aangelengd met wat kokosmelk en op smaak gebracht met kruiden die je lekker vindt voor je het gaat bakken. Zelf vind ik uienpoeder echt zalig in mijn roerei. Doe daar wat losse groenten bij en een halve avocado. Die groenten kunnen rauw zijn of ook roergebakken.

Of eet een restje van je avondeten van de dag ervoor en doe daar wat eitjes bij en wat extra vierge olijfolie over. Ik weet zeker dat jouw dag met veel meer energie begint dan wanneer je een boterham of wat yoghurt met cruesli eet. Bovendien heb je van dit ontbijt ook veel langer plezier. Je honger blijft uren weg.

Niet ontbijten

Tja, en dan heb je ook nog de volledig graan- en zuivelvrije optie van niet-ontbijten. Want als je ’s ochtends wakker wordt en je hebt nog totaal geen honger, waarom zou je dan gaan eten? Je gaat toch ook geen boodschappen doen als je voorraadkast nog vol is?

Over vasten heb ik al eerder een blog geschreven. Het is een hele mooie methode om rust te brengen in je lijf en om het lijf te kans te geven om dingen op te ruimen en te hergebruiken. De hele dag door gaat er van alles kapot in je lijf namelijk. Dat materiaal kan hergebruikt worden voor andere dingen, om energie te maken bijvoorbeeld. Je lijf gaat daartoe alleen niet over als jij continu nieuw materiaal in de vorm van eten aanvoert. Dus af en toe even een maaltijd overslaan is heel gezond.

Mijn 7 beste ontbijtrecepten

In de afgelopen jaren heb ik heel wat ontbijtrecepten ontwikkeld. De ene zo mogelijk nog lekkerder dan de andere. Mijn 7 beste recepten heb ik speciaal voor jou gebundeld in mijn e-boek ‘Ontbijt zonder granen of zuivel’. Ze zijn allemaal echt verschillend. Dus voor ieder wat wils. Bovendien kun je zo elke dag van de week met een ander ontbijt starten. Hoe fijn is dat? Je hebt immers niet elke ochtend zin in hetzelfde toch?

Aanmelden om het e-book te downloaden doe je hier: https://www.vanappeltotzeekraal.nl/ontbijt-zonder-granen-of-zuivel/

Disclaimer: De inhoud van deze blogpost geeft mijn persoonlijke visie op een gezonde leefstijl weer en is uitdrukkelijk niet bedoeld als individueel advies aan jou als lezer noch als vervanging van begeleiding door een therapeut of arts. Het veranderen van je voedingspatroon of leefstijl vraagt namelijk om deskundige begeleiding, zeker als je gezondheidsklachten hebt of in verwachting bent. Neem bij gezondheidsklachten of zwangerschap daarom altijd contact op met je huisarts en/of vind een deskundig therapeut, arts of diëtist om je te begeleiden bij veranderingen in je eetpatroon. De lezer wordt ook gewezen op de van toepassing zijnde algemene disclaimer die hier te lezen is.

Gezellig snacken voor de buis

Vroeger keek ik elke zaterdagavond naar Eigen Huis en Tuin. Geweldig vond ik dat. Ik sloeg geen aflevering over. Wat het mede zo gezellig maakte was dat we dan ondertussen een soort tapas-achtige maaltijd aten. De salontafel stond vol met allerlei hapjes en al knabbelend keken mijn partner en ik dan naar allerlei klussen in en om het huis.

We hadden zelfs een heuse term voor wat we op dat moment aten. Dat was ons ‘Eigen Huis en Tuin-menu’. Het bestond uit afbak-stokbrood, franse kaasjes, tomatensalade, gehaktballetjes in tomatensaus van Mora (ja, heus!) en als toetje chocolademousse. Geweldig vond ik dat.

Later, toen ik mijn voeding ging aanpassen en granen, zuivel en kant-en-klaar dingen uit mijn menu verdwenen, ging ook de traditie van het Eigen Huis en Tuin-menu op de schop. Ik werd daarbij geholpen door de programmamakers zelf die de presentatoren van het programma veranderden en toen was voor mij de magie eraf.

Maar waarom vertel ik je dit nu?

Heel veel mensen eten met enige regelmaat ‘gezellig’ of uit gemak voor de buis. Dat lijkt een hele onschuldige gewoonte. Recent wetenschappelijk onderzoek laat echter iets anders zien. En daarover wil ik het graag met je hebben.

Honger en verzadiging

Als alles een beetje goed werkt in je lichaam, dan krijg je op enig moment een signaal van het lijf dat wij ‘honger’ noemen. Het is de boodschap van je lichaam dat je iets in je mond moet gaan stoppen. Het liefst iets zinnigs. Iets met lekker veel verschillende voedingsstoffen erin. De meeste mensen geven gehoor aan dit signaal. Ze gaan iets eten. Of dat voeding of vulling is, hangt er nog een beetje van af, maar de bedoeling is meestal goed.

Als je gaat eten, dan geeft je lichaam op enig moment ook weer aan wanneer het wel weer genoeg is geweest. Het signaal dat je moet stoppen met eten. Dat noemen we het verzadigingsgevoel. De hormonen insuline en leptine spelen hierbij een hele belangrijke rol.

Wat blijkt nu?

Het effect van eten terwijl je TV kijkt

Eten voor de buis verstoort het verzadigingsgevoel. Dat heeft ermee te maken dat het TV programma dat jij kijkt om jouw aandacht vraagt. Die aandacht geef jij er ook aan. Je lichaam registreert dit en denkt dat jij dus iets belangrijks aan het doen bent. Alle aandacht gaat er immers naar toe.

Het gevolg is dat het lichaam andere signalen waar je eigenlijk iets mee zou moeten doen even voor je wegfiltert. Zo kun je ongestoord dat belangrijke ding doen waar je mee bezig bent. Alleen jammer dat dat belangrijke ding alleen maar een TV programma is, dat meestal helemaal niet zo belangrijk is.

Een van de signalen die het lichaam even voor je weg neemt, is het signaal dat je genoeg gegeten hebt. Het gevolg van eten terwijl je TV kijkt is dus, dat jij ongewild meer gaat eten dan de bedoeling is, omdat je niet goed meer voelt wanneer het genoeg is geweest. Je verzadigingsgevoel werkt minder goed.

Aandachtig eten is belangrijk

Eten is een belangrijke gebeurtenis voor je lijf. Het zorgt als het goed is voor de juiste voedings- en bouwstoffen om alles een beetje leuk te laten functioneren. Als het lichaam je het signaal geeft dat er voeding in moet, dan is het dus beter om te stoppen met wat je aan het doen bent en alle aandacht te geven aan het maken en eten van je voeding.

Het gevolg is niet alleen dat je beter registreert wanneer je genoeg gegeten hebt, maar je aandacht richten op één ding is ook nog eens heel erg ontspannend. Het brengt je lichaam in dat deel van je zenuwstelsel dat je nodig hebt om je eten te verteren.

En naast registreren dat je genoeg hebt, is het daadwerkelijk verteren van je eten ook best wel een ‘must’. Want alles wat je niet (goed) verteert, kan je lichaam niet gebruiken als bouwstof of als energiebron. Dit onvoldoende verteerde voedsel komt zo de toiletpot in. Je krijgt er hele dure poep van en je lijf komt tekort.

Meer weten?

Zo zie je maar weer dat het bij voeding helemaal niet alleen maar gaat om wat je eet, maar ook om hoe je eet. Ook wanneer je eet is belangrijk als het gaat om je gezondheid. En of je nu darmklachten hebt, overgewicht of iets anders, voeding is een hele belangrijke sleutel naar een oplossing.

Benieuwd wat voeding kan doen om jouw gezondheidsklachten te verminderen? Meld je dan aan voor een gratis online sessie met mij. Dan kijk ik met je mee en krijg je meteen 2 tips speciaal op jouw situatie gericht.

Aanmelden kan hier: https://www.vanappeltotzeekraal.nl/gratis-sessie-met-minimaal-2-gouden-tips-speciaal-voor-jou/

Disclaimer: De inhoud van deze blogpost geeft mijn persoonlijke visie op een gezonde leefstijl weer en is uitdrukkelijk niet bedoeld als individueel advies aan jou als lezer noch als vervanging van begeleiding door een therapeut of arts. Het veranderen van je voedingspatroon of leefstijl vraagt namelijk om deskundige begeleiding, zeker als je gezondheidsklachten hebt of in verwachting bent. Neem bij gezondheidsklachten of zwangerschap daarom altijd contact op met je huisarts en/of vind een deskundig therapeut, arts of diëtist om je te begeleiden bij veranderingen in je eetpatroon. De lezer wordt ook gewezen op de van toepassing zijnde algemene disclaimer die hier te lezen is.