Je voeding aanpassen, hoe doe je dat?

Steeds vaker hoor ik dat mensen graag iets zouden veranderen in hun voeding, maar niet goed weten hoe ze dat moeten doen. Misschien geldt dat voor jou ook wel. Als dat zo is, dan is deze blogpost helemaal voor jou.

De bezem door je voeding halen

Ruim zes jaar geleden heb ik de bezem door mijn voeding gehaald. Daar was reden voor, want ik had allerlei vage en minder vage klachten waar ik heel graag vanaf wilde. Ik wilde zien wat voeding daarin voor mij kon betekenen. En dat bleek echt ontzettend veel te zijn.

Sinds dat moment 6 jaar geleden, eet ik geen granen en zuivel meer (hoewel ik sinds kort heel af en toe eens smokkel met een goed stukje rauwmelkse kaas). Overal waar ik kom, sleep ik mijn metalen lunchtrommel mee. Als die opengaat, dan zie ik bij mijn tafelgenoten steevast geïnteresseerde en soms zelfs smachtende blikken. De inhoud van die trommel, is heel vaak aanleiding voor allerlei vragen over voeding en waarom ik eet wat ik eet. Nou kun je mij geen groter plezier doen dan mij te vragen over eten, dus dat treft ;-).

Anders eten? Ja graag, maar hoe?

Uit de gesprekken die ik de afgelopen jaren naar aanleiding van het openen van mijn lunchtrommel heb gehad, is mij een ding heel duidelijk geworden. Er zijn zoveel mensen die graag iets willen veranderen aan hun voeding. Ze willen ontdekken wat dat voor hun gezondheid doet. Bijvoorbeeld omdat ze merken dat ze na het eten van hun boterhammetje tussen de midden in een gigantische dip zakken of dat hun buik eigenlijk best duidelijk aangeeft dat het liever iets anders had gehad. Maar ja, ze weten gewoon niet hoe dit aan te pakken en dat snap ik.

Want toen ik destijds besefte dat ik mijn voeding moest gaan aanpassen als ik me beter wilde gaan voelen, stond ook ik voor de grote vraag: Maar hoe dan…?? Waar moet ik beginnen? Ik wilde heel graag een tijdje geen brood meer eten, omdat ik een donker bruin vermoeden had dat ik het daar eigenlijk helemaal niet zo goed op deed. Het probleem was alleen, dat ik zeker 8 boterhammen per dag at en geen idee had wat ik dan wel moest eten zonder honger te hebben. Bovendien werkte ik in die tijd bijna voltijds en was ik van ’s ochtends vroeg tot ongeveer vlak voor het avondeten van huis. Veel tijd om het allemaal anders te doen, was er gewoon niet. Toch wilde ik het perse een serieuze kans geven.

Vallen en opstaan

Met vallen en opstaan heb ik geleerd hoe dat voor mij werkte. In het begin was het echt niet tof (en dan druk ik me nog zacht uit). Maar mijn buik was er zo blij mee. Ik wist dat ik, ondanks dat ik nog veel moest leren, op het goede spoor zat. Ik heb het rigoureus aangepakt en meteen mijn granen en zuivel volledig geschrapt van mijn menu. En hoewel mijn darm het meteen leuk vond, had de rest van mijn lijf er serieus moeite mee. Achteraf gezien had ik deze omschakeling dus beter geleidelijk kunnen doen, maar goed….. Ik ging er vol voor en daar ben ik trots op.

Het veranderen van mijn voeding was ontzettend wennen en zoeken. Vooral ook omdat ik helemaal niets wist over voeding, anders dan “dit is lekker en dit vind ik niet lekker”. Tja, het is een beginnetje, maar voor je gezondheid doet het niet zoveel, deze ‘kennis’. Ik ben begonnen met op te letten. Hoe reageert mijn lichaam als ik iets eet? Wanneer heb ik snel honger na een maaltijd en wanneer heb ik juist de hele middag voldoende energie. Dat was leerzaam. Zo ben ik stapje voor stapje verder gekomen.

Wat ik gaandeweg heb ontdekt

In dit proces heb ik onder andere het volgende ontdekt.

  • Je voeding geleidelijk aanpassen is vaak beter dan rigoureus alles ineens doen.
  • Eén maaltijd veranderen en van daaruit verder kijken, is veel beter haalbaar en vol te houden dan alles ineens doen.
  • Als je loslaat dat ontbijt een bak yoghurt met fruit en cruesli is en lunch een boterham met kaas, dan zijn de mogelijkheden ineens eindeloos. Je kunt zelfs ‘avondeten’ als ontbijt eten. Echt waar, dat kan gewoon!
  • Een goede voorbereiding maakt anders eten voor iedereen haalbaar.
  • Elk seizoen een nieuw, gevarieerd weekmenu maken, zorgt er voor dat je voldoende verschillende voedingsstoffen binnenkrijgt en dat je je tegelijkertijd niet elke week weer opnieuw suf piekert over wat je nu weer moet eten.
  • Weten wat er in je voeding zit en waarom je lichaam dat nodig heeft, maakt het veel makkelijker om maaltijden te maken waar niet alleen je smaakpapillen blij van worden, maar je hele lijf.

Vooral dat laatste was een enorme eye-opener. Door alles dat ik heb gelezen en de opleidingen die ik heb gevolgd, weet ik nu zo ongelooflijk veel over wat voeding met je doet. Welke stoffen er in voeding zitten en welke functies die stoffen in je lijf hebben. Ik ben daardoor echt anders naar voeding gaan kijken. Ik kan nu ook heel snel inschatten of een maaltijd mij voldoende voeding gaat geven of dat het vooral lekker smakende vulling is. Daardoor is het verzinnen van wat ik nu toch weer zal eten echt ongelooflijk veel makkelijker geworden. Ik sta nu gewoon elke zaterdagochtend op de markt en koop producten die in het seizoen zijn, dagvers zijn en waar ik zin in heb. Wat ik er dan mee ga maken, dat zie ik dan later wel. De tijd van lijstjes maken en kookboeken napluizen om weer eens iets anders te eten is voorbij. En dat maakt het leven zoveel makkelijker.

Ook leren hoe je een voedend dagmenu maakt?

Wil jij ook je voeding aanpassen, maar weet je niet goed hoe? Wil jij ook anders leren kijken naar voeding en ontdekken of een maaltijd je gaat voeden of vullen? Regelmatig organiseer ik de inspiratiesessie ‘Ontdek wat jou voedt – de kracht van voeding’ waarin we het juist daarover gaan hebben. Via de website kun je je aanmelden voor de eerst volgende sessie.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *