Appeltaart
500 gram appels (elstar of goudrenette)
200 gram amandelmeel
100 gram roomboter (op kamertemperatuur)
50 gram kokosbloesemsuiker (+ 1 el extra)
50 gram rozijnen
2 eieren
1 biologische citroen
1 tl kaneel
1/2 tl vanillepoeder (dat is dus geen vanillesuiker!)
1 mespunt natriumbicarbonaat
een snuf zeezout
Verwarm de oven voor op 175 graden (conventioneel).
Was de appels en de citroen goed schoon en droog af. Snijd de appels in kwarten en haal de klokhuizen eruit. Snijd de appels daarna in smalle partjes (wedges). Rasp de schil van de citroen en bewaar voor later in het recept. Doe de appelpartjes in een glazen schaal, voeg er het sap van een halve citroen en 1 tl kaneel bij en schep goed om. Alle appelpartjes moeten met kaneel en citroensap zijn bedekt. Zet weg.
Meng in een andere kom het amandelmeel met 50 gram kokosbloesemsuiker, de rozijnen, de vanille, het natriumbicarbonaat en het zeezout. Voeg de rasp van de citroen toe. Schep met een lepel goed door elkaar zodat er een gelijkmatige verdeling ontstaat.
Voeg de in blokjes gesneden roomboter toe en kneed dit met de hand door het meelmengsel. Er ontstaat na een tijdje een redelijk homogene massa. Zodra dat het geval is, voeg je er een voor een de eieren bij en meng je die door het deeg. Er ontstaat nu een heel plakkerig, beetje nat deeg. Dat is goed.
Neem een bakplaat of taartvorm (rond 23 cm) en bekleed die met bakpapier. Schep daar (in het midden) het deeg op. Smeer het een klein beetje (gelijkmatig) uit. Steek dan vanuit het midden steeds een appelpartje in het deeg. Je steekt het volgende partje dicht naast het vorige en werkt zo vanuit het midden van de taart naar de buitenranden. De partjes duwen het deeg naar de randen van je taartvorm. Als je een bakplaat gebruikt dan moet je erop letten dat je taart mooi egaal dik wordt over de gehele omvang. De appelpartjes komen niet helemaal tot op de bodem van het deeg maar blijven daar ongeveer 1 cm bij vandaan! Verdeel zo alle appelpartjes over het deeg en je plaattaart ontstaat. Strooi op het laatst nog 1 el kokosbloesemsuiker over de bovenkant van je appeltaart.
Zet de taart in het midden van de inmiddels voorverwarmde oven voor ongeveer 35 – 40 minuten (afhankelijk van je oven). De taart is goed als het deeg mooi lichtbruin is en de appel gaar. Als je er met een prikker inprikt, moet de appel dus zacht zijn. Als je met een prikker in het deeg prikt, dan mag er geen deeg meer aan de prikker blijven plakken.
Haal de taart als hij klaar is uit de oven en laat hem in de vorm (of op de bakplaat) een stuk afkoelen voordat je hem uit de vorm (bakplaat) haalt en op een omgekeerd ovenrek zet om verder af te koelen. Snijd hem pas aan als hij helemaal is afgekoeld.
Zelf gebruik ik al jaren nagenoeg geen suiker in mijn menu. Deze taart smaakt voor mij heerlijk zoet. De volgende dag en gekoeld is hij zelfs nog wat zoeter. Mocht je hem toch niet zoet genoeg vinden, dan kun je er natuurlijk altijd een klein beetje extra kokosbloesemsuiker bij doen een volgende keer.
Wil jij ontdekken wat gezonde voeding voor jou en je gezondheid kan doen? Vind je het nog niet altijd makkelijk hoe je dat moet doen? Download dan mijn gratis e-book ‘3 tips om met succes je voeding aan te passen’. Dat kun je hier doen.