Voeding voor je immuunsysteem – deel 1

Bacteriën, virussen, schimmels en parasieten….. het zijn allemaal beesten waar je behoorlijk ziek van kunt worden. Met de huidige pandemie is dat in ieder geval voor de virussen weer even heel erg zichtbaar. Om ons te beschermen tegen dit soort gedoe-gevende beesten hebben wij een ontzettend complex en ingenieus systeem van afweer: ons immuunsysteem.

Maar hoe werkt ons immuunsysteem nu eigenlijk en is er ook specifieke voeding die dit systeem nodig heeft om zo goed mogelijk haar werk te doen? Deze vraag krijg ik sinds het begin van de pandemie steeds vaker. Laten we er daarom eens dieper samen induiken. Omdat er zoveel over te vertellen is, deel ik dit blog op in 2 delen.

In deel 1, die je nu leest, leg ik je iets meer uit over de werking van het immuunsysteem. In deel 2, dat volgende week uitkomt, zoom ik in op de verschillende voedingsstoffen die nodig zijn ter ondersteuning van je immuunsysteem en in welke voeding je die kunt vinden.

Waaruit bestaat het immuunsysteem?

Ons immuunsysteem is een combinatie van cellen en weefsels die samen zorgen voor de afweer tegen ziekmakende beesten. Het bestaat uit heel veel verschillende onderdelen.

De eerste afweer wordt gevormd door wat we je fysieke lichaamsbarrières noemen. Dat zijn onder andere de slijmvliezen in je neus, mond, darm, longen, vagina en urinewegen. Ook in je gewrichten zit vocht dat als barrière werkt tegen ‘gedoe’ van buiten. Het doel van deze barrière is om als een echte grenspost te bepalen wat en wie er wel en niet het lichaam in mag komen. Het is heel belangrijk dat deze barrière goed werkt, want wat niet binnenkomt, hoef je er ook niet uit te werken. Simpel.

Als er dan toch iets is binnengekomen dat je daar liever niet hebt, zoals een virus of bacterie, dan komt een ander deel van je afweersysteem in actie. Meestal is dat je aangeboren immuunsysteem. Dit deel van het immuunsysteem heb je – de naam zegt het al – bij geboorte al. Net als je barrières overigens, daar word je ook mee geboren. Het is een heel snel, maar beetje grofstoffelijk systeem. Vaak heel effectief maar een beetje lomp en het laat vaak wat schade achter in je lijf.

Als het aangeboren immuunsysteem het probleem niet opgelost krijgt, dan roept het de hulp in van het verworven immuunsysteem. Dit deel van je immuunsysteem ontwikkel je als kind gaandeweg doordat je bloot wordt gesteld aan allerlei beesten waar je ziek van wordt. Het verworven immuunsysteem is wat trager, maar veel genuanceerder. Een belangrijk onderdeel van dit systeem is dat het ook een geheugenfunctie heeft. Het slaat dus alle info op die het bij de immuunreactie heeft verzameld, zodat je de volgende keer als dit beest binnenkomt, veel sneller kunt reageren en je er dus niet of veel minder ziek van wordt.

Het aangeboren en het verworven immuunsysteem werken als het goed is fijn samen en zorgen er zo voor dat je zo snel mogelijk weer opknapt en het beest onschadelijk is gemaakt.

Een actief immuunsysteem kost heel veel energie

Als je immuunsysteem actief wordt, dan trekt het gigantisch aan je energievoorraad. Je merkt dat ook omdat je ineens de hele dag gierende honger hebt, zonder dat je daar zelf een aanleiding voor ziet. Je bent dan vaak ook moe en voelt dat er ‘iets’ op de achtergrond aan de hand is.

Als dat ‘iets’ meer tijd vraagt, dan krijg je de behoefte om toch maar in bed te gaan liggen. Plotseling is je honger dan ook weg. Je wilt niet eten en vooral slapen. Op deze manier spaart je lichaam energie uit. Het verteren van eten kost namelijk ook energie, net als het gebruiken van je hersenen. Als het immuunsysteem echt met iets aan de slag moet, dan moet alle beschikbare energie daarheen. Dus: ga maar lekker slapen (lees: verbruik zo min mogelijk energie aan op dat moment minder belangrijke dingen) en eet even niets (lees: verspil geen energie aan het verteren van je eten).

Het immuunsysteem heeft voedingsstoffen nodig

Wil het immuunsysteem zo goed mogelijk haar werk kunnen doen, dan heeft ze daarvoor niet alleen energie nodig, maar ook allerlei voedingsstoffen.

De energie voor het immuunsysteem moet komen uit glucose, eiwitten en vetten. Die kun je uit je eten halen, maar in je lichaam heb je hiervan ook behoorlijke voorraden opgeslagen (in je vetweefsel en in en om je spierweefsel). Als je echt ziek in bed ligt, dan gebruikt het immuunsysteem vooral glucose als energiebron. Het lijf spreekt dan je voorraden aan. Ook je voorraden eiwitten (lees: je spieren) worden dan aangesproken (lees: afgebroken) om glucose uit te maken voor het immuunsysteem.

De voedingsstoffen die het immuunsysteem nodig heeft om goed te kunnen werken, zijn (ook weer) eiwitten en vetten. Daarnaast zijn verschillende vitamines en mineralen nodig. De eiwitten en vetten zijn bijvoorbeeld nodig om meer immuuncellen te kunnen maken. Ook zijn ze nodig om de communicatiestoffen te maken die de verschillende immuuncellen gebruiken bij de afweerreactie. Allerlei immuuncellen werken in een immuunreactie namelijk samen. Om die samenwerking goed te laten verlopen is het wel fijn als ze een beetje met elkaar praten. Elkaar vertellen wat er aan de hand is, wat ze aan het doen zijn en wat ze nodig hebben. Een beetje teamwork dus. Daar zijn eiwitten en vetten voor nodig.

Vitamines en mineralen zijn nodig als hulpstoffen in dit proces. Welke dat zijn en wat gezonde voeding ter ondersteuning van je immuunsysteem is, lees je in deel 2 van dit blog. Dat volgt volgende week. Wil je er zeker van zijn dat je die ook ontvangt? Meld je dan aan om elke week mijn blog te ontvangen.

Dat kun je hier doen: https://www.vanappeltotzeekraal.nl/aanmelden-voor-meer-inspiratie/

Disclaimer: De inhoud van deze blogpost geeft mijn persoonlijke visie op een gezonde leefstijl weer en is uitdrukkelijk niet bedoeld als individueel advies aan jou als lezer noch als vervanging van begeleiding door een therapeut of arts. Het veranderen van je voedingspatroon of leefstijl vraagt namelijk om deskundige begeleiding, zeker als je gezondheidsklachten hebt of in verwachting bent. Neem bij gezondheidsklachten of zwangerschap daarom altijd contact op met je huisarts en/of vind een deskundig therapeut, arts of diëtist om je te begeleiden bij veranderingen in je eetpatroon. De lezer wordt ook gewezen op de van toepassing zijnde algemene disclaimer die hier te lezen is.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *